Uitleg bij het slot

  1. Opeens komt na het vertellen van het verhaal van de zeven doodzondes een verhaal dat erg veel lijkt op een verhaal over Tijl Uilenspiegel dat we al eens op een eerder blog hebben besproken. We hadden daar al geconstateerd dat het een verhaal was over Luiheid, en het sluit op die manier aan bij de laatste behandelde doodzonde “Acedia”.
  2. Maar waarom hier in het verhaal een Tijl Uilenspiegel grap? Ik zoek de verklaring in de betekenis van de naam Tijl Uilenspiegel. Volgens iedereen die zich hiermee beziggehouden heeft, zou die naam teruggaan op de betekenis van de “uil”, die vroeger symbool stond voor domheid (zoals bijv. in “uilskuiken”). Dat zal ongetwijfeld waar zijn, maar dit vertelt ons niet alles, waarschijnlijk uit schaamte.

    2.1. Allereerst, we hebben het hier over een Tijl met een lange ij, maar er bestaat ook nog een “teil” met een korte ei. Tijl of Teil geeft geen verschil in uitspraak en iemand kan beide dingen eronder verstaan. In een “teil”, een regenton, kon je in het water je gezicht weerspiegeld zien. Dat kan een dom gezicht zijn, een uil, maar de ton werd ook gebruikt om er je behoefte in te doen. Als je dan na een plons te hebben gehoord, naar beneden keek, zag je niet een gezicht, maar je achterste. En die lijkt ook op een uil —kijk maar eens goed.

    2.2. Deze “spiegel” (weerspiegeling in het water) werd door geneesheren en –vrouwen gebruikt bij bevallingen en allerlei ziektes waarbij ontlasting een grote rol speelt. De arts wenste niet direct met die ontlasting te maken hebben, daarom keek hij indirect via de spiegel. Bovendien bestond ten aanzien van het onderlijf een nog heviger taboe dan ten aanzien van het afbeelden van een gezicht. Dus kwam een domme “uil” goed van pas als je er toch over moest spreken. Dit gebruik van de “spiegel”, in het Latijn “speculum” geheten, ging later over in een instrument om lichaamsopeningen groter te maken.
    2.3. De “geneesheer” in vroegere tijden heelde niet alleen fysieke ongesteldheden, maar ook psychische. Daartoe raadpleegde hij de sterren, en ook dat deed hij weer door in het water van een tonnetje of put of teil naar de weerspiegeling van de sterrenhemel te kijken. Hij was dus ook een astroloog, die zich bezig hield met het voorspellen van de geestelijke gezondheid. En het voorspellen van de toekomst.
    2.4. Tijl Uilenspiegel is dus --om het plaatje volledig te maken -- een soort waarzegger, en in heel vroegere tijden, een soort sjamaan. In een sjamaan komen al deze talenten in één persoon samen. Maar verklaart dat waarom hij op dit moment in het verhaal tevoorschijn komt?

  3. Laten we zeggen dat de Tijl in dit verhaal een dwarskijker is, iemand die afwijkt van de gangbare visie op tal van zaken. Dat zou verklaren waarom hij in tijden van religieuze onrust steeds weer opduikt: rond 1500, het begin van de eerste hagenpreken. En nu komt het wonderlijke: in dit verhaal uit de hoge Marokkaanse Atlas duikt een persoon op die daarin rond 1500 ook een hagenpreek (jujubes-haag) lijkt te houden. Want onze Tijl is daar een vreemdeling die op dezelfde manier als Marnix van Aldegonde de kerk (de bijenkorf) aanvalt: hij heeft kritiek op de wijze waarop de kerk de zeven doodzondes naleeft.
  4. In een keurig systematisch aan de hand van de zeven doodzonden vertelt verhaal, staat daar ineens een vreemdeling tussen de bekende verhaaltjes. De naam Tijl wordt weliswaar niet genoemd, maar we herkennen dit verhaal meteen als een Tijl Uilenspiegel verhaal. Naar mijn mening werden de verhaaltjes gebruikt om elkaar te herkennen (tabula of tessara hospitalis). Als dat zo is, is er nu een vreemdeling aan het woord die dit verhaal vertelt om zich bekend te maken en kritiek te hebben op de gang van zaken en het nakomen van de verplichting niet te zondigen.
  5. Het Tijl Uilenspiegel verhaal sluit aan op het vorige verhaal over de luiheid, want het toeven in een bijenkorf is een luie bezigheid, waarbij je je door anderen laat dragen, zoals vorsten vroeger zich lieten dragen. Bezoek de Aya Sofia om dit te kunnen constateren in de aanleg van een pad zonder treden naar de eerste verdieping van de Aya Sofia. Je kunt dan ook meteen aan de koepel zien waarom de kerk met een bijenkorf werd vergeleken.
  6. Er is nog iets waardoor het verhaal aansluit bij het voorafgaande verhaal. De Bijenkorf staat niet alleen voor de zich verrijkende katholieke kerk, maar ook voor de “Hoorn des Overvloeds”. Dit was een attribuut van Pluto die in de zevende doodzonde opdook in de gedaante van de demon Belfagor. Met het verschijnen van deze figuren op het toneel wordt het einde van het verhaal aangekondigd. De balans moet worden opgemaakt om te kunnen vertrekken naar een andere wereld, de onderwereld.
  7. De Klassieke Oudheid komt ook nog aan de orde in de "Jujubes-struik, die in het Latijn “Ziziphus” heet. Met een beetje fantasie valt daarin de naam Sisyphus te ontdekken. Dat de vader van een rots afvalt, kan bijna geen toeval zijn: Het is de reus Sisyphus, die opnieuw moet beginnen met zijn last de berg op te rollen. De Jujube komt bij Homerus voor als een kruid om alles te vergeten, zelfs de liefde. De plaats waar je de jujube-struik overvloedig aantreft is een eiland voor de Noord Afrikaanse kust.
  8. Het verhaal besluit dus met vergiffenis (= alles vergeten), en de verwachting dat men in de toekomst wel weer dezelfde fouten, zondes, zal begaan. Sisyphus begint van nieuws af aan.
  9. Veel verwijzingen in het verhaal lijken betrekking te hebben op de tijd rond 1500. Je vraagt je dan af: vonden er in de hoge Atlas van Marokko hagenpreken plaats? Daar lijkt het op, ook al is het heel erg onwaarschijnlijk .
  10. Toch blijft het vreemd dat rond 1500 midden in een Islamitische omgeving er hagenpreken gehouden zijn door waarschijnlijk joodse of katholieke gelovigen. Is dat mogelijk? Toen ik in 1980 deze streek bezocht, kwam ik bij een familie waar warempel een kruisbeeld met een christus eraan aan de muur hing. De familie had daar altijd gewoond, zeiden ze, maar de mogelijkheid bestaat dat de familie door de Fransen tot het katholicisme was bekeerd. Ze lagen erg moeilijk in de buurt. Deze streek was behoorlijk ontoegankelijk en kon zich zelf goed bedruipen. Natuurlijk wilde ik denken dat ik hier een familie leerde kennen, die al katholiek was uit de tijd dat de eerste katholieken daar kwamen wonen, ongeveer 100 na Christus. Dat valt natuurlijk nooit te bewijzen, alleen al niet omdat het verboden is op welke manier dan ook een ander geloof uit te dragen dan de Islam. En als ze zoiets aan de Fransen hebben gezegd, dan kan dat heel goed het naar de mond praten van de Fransman zijn geweest. Kortom, ik weet het niet en ik zal het ook wel nooit meer te weten komen.
  11. Een mogelijkheid is zelfs dat de hagenpreken in deze streken niet door christenen of joden werden gehouden, maar door moslims. Tijl is een moslim! De symboliek van de “bij” sluit daarbij aan, omdat gelovigen in de Islam als bijen worden voorgesteld. In de Islam staan bijen symbool voor ……… “intelligentie, wijsheid en onschuld; bijen zijn nuttig, werken overdag, verafschuwen vuiligheid en achterklap en zijn gehoorzaam aan de heerser(es); zij haten het duister van de onbescheidenheid, de wolken van de twijfel, de storm van de opstand, de sluier van wat verboden is, het water van de overvloed, en het vuur van de lust, aldus de mohammedaanse denker Ibn al-Athir”, die hiermee in navolging van Paulus (brief aan de Kolossenzen: 3: 5-12) een keurige opsomming van de zeven doodzondes geeft. De naam Athir betekent misschien “vogel” of “iets vliegends” als een bij, en verwijst dan mogelijkerwijs naar de profetische kwaliteiten van de denker.
  12. Dat “gehoorzaam aan de heerseres..”, -- want de bijen kennen koninginnen en niet koningen -- zou kunnen verwijzen naar de vroegere Berber-koninginnen. En als we dat zeggen, dan kunnen we misschien ook wel concluderen dat de “zeven dochters” staan voor Berber-koninginnen. Dat is de reden waarom steeds de dochter “heerst” over de vader en niet andersom zoals je zou verwachten. Net als ooit een Al-Kahina.