Voor de oorspronkelijke tekst van deel 3, klik op Foufouya.

Commentaar op eerste 3 delen van Lala Foufouya.

Televisieserie in 1971‎.

Lala Foufouya is als klucht op de Marokkaanse televisie geweest in de 70-tiger jaren. Waarschijnlijk was de serie bedoeld om de strijd tegen het analfabetisme aan te gaan en de ondergeschikte positie van de vrouw te verbeteren. De serie was oorspronkelijk van Egyptische makelij. In hoeverre de verhalen waaruit het geheel is samengesteld ook uitsluitend Egyptisch is, is me niet dudelijk. De tekst die ik hier vertaald op het blog vertel, is uit een boek afkomstig met als titel: “Marokkaanse volksverhalen”. De middeleeuwse tekst werd door het standaard Arabisch van hoog gehalte een moderne draai meegegeven, die ik in de vertaling niet goed heb weten te treffen. Het taalgebruik is niet meer dat van de oorspronkelijke verteller. Ik kan dus ook niet met zekerheid zeggen of het één lang verhaal oorspronkelijk was, of dat het een verhaal is samengesteld uit verschillende kleine grapjes.

         

Wat is het originele verhaal en wat ligt daaraan ten grondslag?‎

Ook is het de vraag of de woordspelingen oorspronkelijk zijn. Het gaat dan tot nu toe om de volgende woordspelingen:

  1. “je je er niet voor kleden”
  2. “kippenvoer (zaden, kruiden, pillen) en liefde”(Ar. “hobb”)
  3. “saffraan” en “kater”
  4. “toestemming, permissie” en “oor”; het Arabische “[i]den”
  5. “deur”

Van nummer 1 kan ik niet beoordelen in hoeverre dit iets met het oorspronkelijke verhaal te maken heeft, omdat ik geen enkele aanwijzing vind die wijst op ouderdom van de woordspeling. Ook nummer twee, de woordspeling in het Arabisch met kippenvoer (zaden, kruiden, pillen) en liefde (Ar. “hobb”) kan er een zijn van een verteller, die een oud verhaal voor het eerst in het Arabisch vertelt, maar kan ook wijzen op een nog oudere oorsprong. Die ken ik echter niet. Dat is anders met nummer 3. Het verhaal over saffraan krijgt namelijk een nieuwe betekenis op het moment dat je beseft dat Romeinen hun hoofdkussen om op te slapen vol stopten met saffraan, om de kater te bestrijden die ze bij een feest hadden opgelopen. Wonderlijk is het opduiken van het woordje “kater” in dit verband. Frans, “matou”, kater, onomatopee van mauwen volgens het etymologisch woordenboek; maar het Latijn geeft “matus” als een woord voor “dronken”. En ook al is de kater het gevolg van dronkenschap, de overeenkomst tussen het Franse “matou” en het Latijnse “matus” lijkt mij niet toevallig, hoewel geen enkel etymologisch woordenboek erover rept. Door deze interpretatie komt het gedrag van de man in een geheel ander daglicht te staan. Hier hetzelfde verschijnsel als in de Zeven Doodzonden (commentaar): door vertaling in het Frans komt de oorspronkelijk Latijnse betekenis tevoorschijn. Het woordspel (4) met “toestemming” is in dit geval ook Arabisch, waarin hetzelfde woordbeeld bestaat (zonder de kleine klinkertjes, zonder de diakritische tekentjes) voor “toestemming, permissie” en “oor”, namelijk het Arabische “[i]den”. De woordspeling kan er recent aan zijn toegevoegd, maar dat de overeenkomst er alleen is zonder de diakritische tekentjes kan ook juist wijzen op de ouderdom van de woordspeling! Voor nummer 5 in de lijst, verwijs ik naar het thema deur, dat in heel veel van deze verhaaltjes een rol speelt en dat verderop in het verhaal van Foufouya weer voorkomt. Dit thema komt al uit de Romeinse oudheid.

         

Overeenkomst met een verhaal uit de Libro de buen Amor (ong. Spanje 1340).‎‎

Waarschijnlijk is wel dat de vrouwelijke hoofdfiguur uit de oudste bronnen van dit verhaal stamt. De overeenkomst met het verhaal van de Derde Hoofdzonde (luxuria) is duidelijk: de koe die om de lever wordt gedood. De drie dieren, ezelin, koe en merrie, stellen drie vrouwen voor. Deze doodzonde heeft ook een pendant in de Libro de Buen Amor, maar dan met Luxuria en Ira: (vertaling G.J. Geers, Arbeiderspers, Scriptorium Reeks, 1953, pag. 38):

         

Overeenkomst met Bar Hebreaus grappen‎.‎

Let op de overeenkomst met een van de Hebreaus grappen. Deze grap had ik nog niet opgenomen, maar gaat als volgt :

We kunnen op basis van deze beide teksten uit twee ver van elkaar afgelegen streken in het Middellands Zeegebied gerust concluderen, dat er meer contact in de oudheid is geweest dan je zou verwachten. Ook blijkt dat teksten, zelfs de humoristische, in z′n geheel werden overgenomen en doorgegeven.

         

Waarom een vrouwenfiguur als hoofdpersoon in deze grappen?‎

Opmerkelijk is dat als een mannelijke hoofdpersoon, zoals Jeha dezelfde “grappen“ uithaalt, het ineens niet meer gek, maar slim is. Onder de trickster-verhalen zijn er maar weinig met een vrouw als hoofdpersoon. Blijkbaar wordt de slimheid van een vrouw niet zo op prijs gesteld. Alleen in de Middeleeuwen, de Renaissance en de Griekse en Romeinse oudheid kwamen vrouwen in deze rol voor. In de Griekse en Romeinse oudheid was dit waarschijnlijk een reactie op de Punische (Phoenicische) concurrent in de handel. De vrouw werd een hoofdpersoon om de Fenicische concurrenten van Romeinen en Grieken belachelijk te maken. En het was niet toevallig een vrouw, omdat priesteressen en godinnen bij de Phoeniciërs op een ander plan stonden dan bij de Grieken en Romeinen. Een hoger plan. We zitten ongeveer op 1000 jaar voor Christus, waarin een beginnetje gemaakt werd met het vertellen van deze verhalen. De symboliek die erin voorkomt heeft stand gehouden!

         

Juist omdat er zo weinig trickster–verhalen zijn met in de hoofdrol een vrouw, maakt dat deze verhalen heel vaak van inhoud veranderen. Ook al wordt bij herhaling gezegd dat Foufouya gek is, wie goed oplet merkt op dat er sprake is van een slimme vrouw die vaak indirect duidelijk maakt dat ze niet erg gelukkig is met de situatie waarin ze zich bevindt. Bij de Romeinse kluchtenschrijver Plautus vinden we vrouwen terug die veel gelijkenis hebben met deze Foufouya. Ook bij Plautus zijn vrouwen altijd slimme wezens waar je rekening mee moet houden. Van vrouwvriendelijkheid is echter volkomen geen sprake. Het bestond gewoon niet!

         

Lala Foufouya oftewel Lala Grenoe.

Uit: De mooiste Marokkaanse volksverhalen, 2016, pagina: 115-118. Uitgeverij Edisoft redactie: Yasri Shakir , tekeningen: Eshshwie Mohamed Hafy Mokhtar.):
Deel 3: de koe en de deur.