Door op je toetsenbord “Controle +” te klikken kun je de pagina vergroten om hem beter leesbaar te maken.
عشرة حمير
أشترئ جحا عشرة حمير وكان يركب أحدهم و طوال ألطريق يعدهم فيجدهم تسعة ولكن عندما ينزل يجدهم عشرة فقال ألاحسن أن أظل أمشئ بدلا أن أفقد ألحمار ألعاشر
عشرة ديال ألحمير
شرئ جحا من سوق عشرة ديال حمير و من بعد منين مشئ للدار راكب فوق واحد و حسبهم وصاب تسعة.
ولكن منين هبط صاب عشرة ديال ألحمير، قال
"حسنلي نمشي علئ رجلي باش مانودرش واحد ألحمار"
In mijn Conclusie van de analyse van deze verhaaltjes (te vinden op het internet door hier te klikken) worden deze verhaaltjes met een andere invalshoek besproken. Benadrukt wordt in deze Conclusie dat er in het Arabisch, maar ook in het Turks, Duits en Latijn een woordspel mogelijk is met het Arabische “din” of het Duitse “Glaubig” of het Latijnse “credo” in de betekenis van “geloof” én in die van “krediet” (“schuld, schuldig zijn, schuldeiser”). Waarom in het Nederlands het woord “gulden” veel mooier is dan het woord “euro” heeft te maken met de associatie van het woord “gulden” met “schulden”. Het woord “gulden” typeert daarmee de Nederlander ten voeten uit. Wat een “euro” voor gevoelswaarde heeft, weet ik nog steeds niet. Maar ook de associatie tussen “geloof” en “schuld” is in het Nederlands helemaal verloren gegaan. Freud zou zeggen “hat sich ganz verdeckt” (is helemaal verdrongen).
Omdat tellen op een telraam gepaard gaat met het opzij zetten van de “tien” op een andere rij van het telraam, een methode, die de Romeinen anders toepasten, is het mogelijk om de beide telwijzen te gebruiken om iemand een rad voor ogen te draaien. Het is dan niet meer duidelijk welk bedrag er precies is afgesproken. Deze praktische toepassing van het verschil in telwijzen, komt men in het Midden Oosten nog steeds regelmatig tegen. Ook op die manier kunnen deze verhaaltjes worden uitgelegd.