Alèm al Mithal.  (Arabisch: De voorbeeldige Wereld, عاَلم اَلمثَال)

        

De Islamitische mystiek heeft naar alle waarschijnlijkheid dezelfde oorsprong als de Christelijke mystiek. Met name het Soefisme leunt op de schouders van de gnostici, die allen verboden evangeliën wisten te schrijven. Of omgekeerd: de evangelisten lieten zich door soefi's inspireren. Belangrijke gnostici uit de Christelijke traditie zijn: Thomas en Judas, maar ook vrouwen als Maria Magdalena. Alleen al aan de opsomming van deze drie evangelisten valt op te maken dat ze niet zonder smet zijn: de een wilde alleen geloven als hij het  zag, de ander verraadde zijn meester en ten slotte Maria Magdalena roept associaties op bij de apostelen van een prostituee.

De Islamitische mystici hebben het over het algemeen zwaar te verduren gehad. Plaatselijk brachten ze het soms tot de positie van "heilige", maar het centrale gezag wist wel korte metten met ze te maken. Als je nu deze teksten terugleest, vraag je je af waarom? Klik op onderstaand plaatje voor meer informatie over de dansen de derwisjen van Istanboel:

De beroemdste soefi (Islamitische mysticus), tenminste voor zover ik weet, was Jallal udDin Rumi. Uit het hier van hem geciteerde verhaal, valt meteen op te maken, dat de Voorbeeldige Wereld (Alèm al Mithal) niet alleen geassocieerd moet worden met geesten en djinoen:

   

(Uit Rumi, Het is wat het is, 1978, vertaling uit het Engels door Robert Hartzema, pag 93-94): "Het is als het verhaal van de man die wat abrikozen van de boom schudde en ze opat. De eigenaar van de boomgaard vroeg hem, 'Bent u niet bang voor God?' 'Waarom zou ik bang zijn', zei de man, 'Deze boom is van God, en ik ben een schepsel van God. Het schepsel God's eet dat wat hem toebehoort.'
'Wacht even', zei de eigenaar, 'Dan zal ik u van repliek dienen'. Hij riep zijn dienaren en liet de man met een touw aan de boom binden om hem stokslagen te geven tot zijn antwoord duidelijk zou zijn. Toen riep de man, 'Bent u niet bang voor God?' De eigenaar antwoordde, 'Waarom zou ik bang zijn? Ik ben Gods dienaar en dit is Gods stok. De dienaar Gods slaat Gods schepsel met Gods stok!' "

   

(Uit Rumi, Het is wat het is, Karnak,1978, vertaling uit het Engels door Robert Hartzema, pag 74): "Toen Adam zondigde stuurde God hem uit het paradijs. God zei tegen Adam, 'Toen ik je strafte voor de zonde, waarom heb je Mij toen niet tegengesproken? Je had toch redenen genoeg om dat te doen, maar je zei niet: 'Alles komt van U en U heeft alles geschapen, en wat U niet wil kan nooit gebeuren!"Je had zo'n rechtvaardige en heldere zaak om te verdedigen. Waarom sprak je hier dan niet over?'
Maar Adam antwoordde,'O mijn God, dat wist ik maar ik vergat niet de eerbied voor U, en mijn geliefde weerhield mij om U verwijten te maken.' " Ligt de schuld bij Eva? Of juist niet: heeft zij ervoor gezorgd dat wij mogen leven, om het contact met God te zoeken?

   

In Frankrijk werd in de zestiende eeuw "soefisme" tot "sofisme", een vervelende manier van redeneren van mensen die het altijd beter weten! Dit is een ander "sofisme" dan het Griekse sofisme, ook al naderen sociaal nihilisme en soefisme elkaar. Lang (bijna 2000 jaar) heeft men geen goed woord voor ze overgehad. Wat moest je met die lui die in wollen lompen (waar ze hun erenaam aan ontleenden: "soef" betekent "wol" in het Arabisch) langs koningswegen liepen, als even zovele hofnarren. Toch maakt kennis van deze teksten mogelijk je een levendig beeld te vormen van de tijd waarin het Christendom en de Islam ontstonden. De mystici brengen deze tijd weer tot leven, en misschien kunnen we er ook nog iets van leren, ook!?

Zoals al gezegd: deze mystici hadden direct contact met een voorbeeldige wereld, een wereld die ons als een spiegel kan worden voorgehouden. En nu haal ik alweer Jallal udDin Rumi aan (The Mystics of Islam, Reynold A. Nicholson, 1914-1975, eerste editie als paperback, Arkana, Penguingroup, pag. 68-69):
    "Here a world and there a world. I am seated on the treshold"
Vertaling:
   " Hier een wereld en daar nog een wereld. Ik ben op de drempel van beide
    gezeten."

en hij dicht dan als volgt:
    "Angel and brute man's wondrous leaven compose;
      To these inclining, less than these he grows,
      But if he means the angel, more than those"
Vertaling:
    De Engel en het zuurdesem van de Bruut gaan wonderlijk samen;
    communicerend (als bij communicerende vaten) is de Bruut
   de mindere, maar communicerend met de Engel, ben jij de meerdere.

Uitleg: Je bent meer dan een Bruut, omdat het hun aan de Kennis (Gnosis) ontbreekt om te groeien; je bent meer dan een Engel, omdat zij geen medeleven (compassie) kennen en daardoor (door de mand) vallen. De uitleg is gebaseerd op een interpretatie van de tekst op basis van de Humorale theorie, waarin het uitbalanceren van tegenstrijdige aandriften in de vorm van elkaar contrariërende vochten centraal staat.

        

Niet alleen maken deze tekstjes duidelijk, hoe compact "soefi's" zich uitdrukten, maar ook hun behoefte om te spreken in beelden. Bij Rumi staat elders (idem, blz 117): Een dwaas onderbrak hem en zei: "Wij hebben woorden nodig, die geen gelijkenis of beeld oproepen." Rumi antwoordde, 'Jij die zonder gelijke bent, luister naar deze woorden die zijns gelijke niet hebben! U bent een afbeelding van uzelf, u bent het niet zelf; de persoon is slechts een schaduw. Als iemand sterft, zegt men,'Die en die heeft ons verlaten', Als hij in dit lichaam was, waarom zegt men dan dat hij ons verlaten heeft? Daarom beseffen wij dat uw uiterlijke verschijning de afbeelding is van uw innerlijke wezen, zodat men uit uw uiterlijk kan opmaken wat erin is. Alles wat zichtbaar wordt, wordt zichtbaar door de dichtheid van zijn structuur. Evenals uw adem tijdens warm weer onzichtbaar is, maar met koud weer gezien kan worden."

Kortom er hangt een sluier over ons leven, die af en toe wordt opgelicht om een glimp op te vangen van een voorbeeldige wereld, een Alèm al Mithal.