Een mooi voorbeeld van een Humoraal Theoretische analyse, vinden we bij Ibn Khaldoun:
“Daarop bereikt het voedsel de maag, waar het wordt opgewarmd, zodat het zich kan omvormen tot Chijl (23). Zó komt het aan bij de lever. Wat niet verteerd wordt, komt terecht in de ingewanden, en vandaar verlaat het het lichaam langs de beide natuurlijke lichaamsopeningen. De warmte van de lever kookt die Chijl tot het verteerd bloed (24) is geworden, en zij (25) drijven (26)door het koken er bruisend (27) bovenop. Dat schuim is wat we Gele Gal (Safra) noemen. En erin bevinden zich droge deeltjes. Die noemen we Zwarte Gal (assuada). De instinctief (toegevoegde) warmte schiet enigszins te kort in het koken van het vet (28), wat overblijft heet Flegma (29). Dit alles stuurt de lever door de aders en slagaders. Dat is de werking van de instinctief toegevoegde warmte. Aan het bloed op zich (30) onttrekt zich (ykun) een hete stoom (damp) dat leven geeft aan de ziel (31) van levende wezens. De toenemende indikking die de werking van het bloed heeft door de toename van de warmte (32) maakt het vet tot vlees en bot. Daarna stuurt (risalu) het lichaam erop aan kwijt te raken wat het niet nodig heeft, van wat resteert, zoals zweet, speeksel, slijm en tranen. Zo verloopt het verteren en passeren van voedsel van wat in potentie aanwezig is tot de verwerking van die potentie.”
De noten in de Arabische tekst aangegeven met (…) verwijzen naar de aanklikbare noten in de vertaling hierboven.