Er is nog een reglementaire techniek om het onbekende te onthullen (2), nl. door middel van de Za′irja. De Za′irja wordt ook wel “globe van het heelal” genoemd. De Za′irja wordt toegeschreven aan Abni al – ′Abas as Sebty (3). Hij was een bekende Soefi uit Marokko, die leefde op het eind van zesde (twaalfde) eeuw in Marrakech, tijdens de regering van Ya′qub al Mansur van huis uit een Almohad.
De Za′irja is een opmerkelijk instrument. Veel mensen uit de hoogste kringen hebben grote interesse getoond in het gebruik ervan om informatie te verkrijgen uit het verborgene (al-garib), om met behulp hiervan raadselen en geheimen op te lossen. De vorm van de Za′irja om ermee te kunnen werken, is die van een omvangrijke cirkel met daarin concentrische cirkels, die de hemelsferen (4) weergeven, de elementen, de schepping op aarde (makuwwanat) en in de hemel (ruhanniyyat) (5), als ook andere zaken gebaseerd op ervaring (ka’inat)) en kennis (′alum). Iedere cirkel is in secties opgedeeld die overeenkomen met de sterrenbeelden uit de Dierenriem (al Buruj), de elementen of andere dingen. De lijnen (khtut) die de secties van elkaar scheiden, lopen allemaal door het midden van de cirkel. Deze lijnen worden koorden (6) genoemd. Elke koorde wordt begeleid door letters met een vastgestelde (Griekse) letterwaarde (ziman) (7). Deze cijfers zijn bekend en worden gebezigd door de regering en accountants (rekenmeesters) in Marokko. Andere cijfers (grubar) (8) die voorkomen in de Za′irja, zijn van het meer gangbare type. In de Za′irja en tussen de concentrische cirkels staan de namen van wetenschappen en onderwerpen met betrekking tot de schepping (lakuwan). Op de achterkant van de tekening (vorm, schets: jadul mutakashr) van de cirkels, staan kolommen en rijen , 55 rijen horizontaal en 131 kolommen verticaal. (9)
(10) Sommige cellen zijn leeg, andere cellen bevatten deels letters, deels cijfers (zie afbeelding). De betekenis van de cijfers (nummers) is onbekend. Ook zijn de regels onbekend die de verdeling verklaren van de cijfers en nummers over de tabel of de redenen waarom ze leeg zijn. Rondom de cirkel Za’irja staan de dichterlijke verzen in Tauwil-metrum (11) en het rijm eindigt op “la” (12). Deze verzen wijzen de weg bij het vinden van het antwoord op de vraag die aan de Za′irja is gesteld, als (“ila innaha”) (13) de beantwoording onduidelijk is, omdat de verzen in raadselen zijn gehuld. Aan een kant van de Za′irja staan verzen van een gedicht toegeschreven aan Malik ben Wuhayb (14), een van de grootste toekomstvoorspellers van Marokko, die leefde tijdens het bewind van de Almoraviden (“Lamtuna”). Het gaat om de volgende versregels:
(15) Deze verzen worden in het algemeen gebruikt om een antwoord te verkrijgen op een gestelde vraag aan de Za′irja. De vraag wordt uitgeschreven in van elkaar los staande letters. Tegelijker tijd wordt het teken in de Dierenriem vastgesteld dat opklimt aan de hemel, de ascendant (16), en de hoek die dit teken maakt met de horizon.
Daarna vindt de raadpleging van de Za′irja plaats. Die koorde, die gaat door het centrum van de Za′irja en in oppositie (17) staat met het gevonden teken van de Dierenriem, wordt gebruikt ter beantwoording van de vraag. In dit deel noteert men alle opgeschreven letters van het centrum af tot aan de buitenkant van de cirkel. In de spaties worden de cijfers geschreven die later in letters worden omgezet, volgens hun numerieke waarde en de regels van de Za′irja: eenheden worden geschreven als tientallen, de tientallen als honderdtallen, en omgekeerd, zoals de Za′irja het voorschrijft. De letters op die manier verkregen worden naast (ma’a) de letters van de vraag geplaatst, en ook alle letters en cijfers die op de cirkel grenzen aan het teken van de Dierenriem over een breedte van drie tekens ten opzichte van de ascendant. Alleen die letters en cijfers worden gebruikt (18) die in dit deel van de Za′irja langs de koorde staan lopend van de buitenkant door het Middelpunt (19), maar niet die, die voorbij dit Middelpunt staan. De cijfers worden in letters omgezet, zoals hiervoor is gedaan, en toegevoegd aan de andere letters. Vervolgens worden de losstaande letters versneden met de verzen — ook geschreven in los staande letters — van Malik b. Wuhayb (20), de voorspreker van deze voordracht (21), en zij (deze verzen) houden deze voordracht levend, houden de herinnering aan deze verzen (ha) levend —, die de basis en de methode voor dit procedé (qanun) opleveren. Vervolgens worden graden van de hoek (“druzj attla′a”) van de ascendant met de basis (“uss”, vestigen, stichten) van het teken van de Dierenriem vermenigvuldigd. (22) etc. etc.
Hierna volgen nog meer duistere berekeningen, waarbij zich de moeilijkheid voordoet dat de vertalingen van Monteil en Rosenthal met de tekst van Ibn Khaldoun aanzienlijke verschillen vertonen, en mijn eigen interpretatie ervan daar nog weer bovenop komt. Kortom vanaf dit punt moet de interpretatie van de tekst nader worden onderzocht, wat buiten mijn bedoeling van dit stuk valt.
De noten in de Arabische tekst aangegeven met (…) verwijzen naar de aanklikbare noten in de vertaling hierboven.