Toelichting en Franse tekst.

         

De hiernaast afgebeelde omslag van een bloemlezing van Jeha–verhalen in het Berbers (Kabylisch) is uit de tijd dat het Tamazight in Algerije en Marokko nog geen officieel erkende taal was. Helaas heeft de afbeelding schade opgelopen, maar ik vond hem zó interessant dat ik hem hier toch publiceer. Deze jonge Jeha en zijn krachtige weerspannige ezel lijken bijna een toonbeeld voor het verzet van de Berbers tegen het Arabisch. Lange tijd werd hun op school alleen het Standaard Arabisch geleerd, dat niet alleen ver af staat van het Tamazight (Berbers) maar ook van het gesproken Arabisch (Shilha). Nog opvallender vond ik dat het Arabisch van de Koran zelfs dichterbij het gesproken Arabisch staat dan het Standaard Arabisch, wat woordkeuze betreft. Daarbij wil ik ook nog opmerken dat in de loop van de tijd er erg veel gedaan is om de status van het Koran Arabisch te verhogen, wat resulteerde in een kleur en indruk die doet denken aan het Standaard Arabisch. Wat is hier gebeurd?

         

(1) Het achterstevoren zitten op een ezel was vroeger het lot van een overspelige vrouw. De vertelster heeft het verhaal naar eigen smaak aangepast en Djha achterstevoren op de ezel gezet. Daarmee wordt een verklaring gegeven voor het gedrag van de mensen uit de omgeving van Djha. Zij zien hem als een bedreiging voor hun eigen huwelijksgeluk en zetten Djha al bij voorbaat achterstevoren op zijn ezel!

         

(2) Een kleine overpeinzing. Het antwoord van Djha doet direct denken aan het antwoord dat Thales gaf aan zijn moeder, toen die hem wilde uithuwelijken op oudere leeftijd. Thales staat aan de wieg van de deductieve logica, zoals Arnaud 277-303 pag en Nietzsche voor mij beweerden. Op grond van de Humorale Theorie zou je kunnen beweren dat –deductief redenerend– hieraan een kosmologie valt af te leiden. In deze theorie wordt een onderscheid gemaakt tussen “natuurlijk” en “bovennatuurlijk”. Ik heb eigenlijk nooit begrepen wat dit onderscheid inhield tot vandaag. Je moet namelijk een vertaalslag maken, waarbij “natuurlijk” staat voor deductieve logica en “bovennatuurlijk” staat voor symbolisch. Zó wordt bijvoorbeeld begrijpelijk waarom allerlei taboes door symbolen zijn omgeven en dat er achter het goddelijk bestuur een ratio (deductie) schuilt, die te ontdekken valt. Om deze gedachtengang verder te ontwikkelen, kun je –omdat alles altijd in beweging is– zeggen dat periodes, waarin de ratio (natuurlijk:deductie) overheerst, worden afgewisseld door periodes, waarin de symboliek (bovennatuurlijk) dominant is. Deze visie kun je zo los laten op het wereldgebeuren en de geschiedenis. Je zou de negentiende eeuw een rationele eeuw kunnen noemen, waarin in contrapunt al de Romantiek aanwezig is. En nu zitten we nog steeds in de Romantiek en is het wachten op de Ratio!? Ik weet niet hoe breed je het begrip Ratio kunt nemen, maar ons geloof in iconen en getallen is ongetwijfeld symbolisch.

         

         

La femme de Djha plus rusée que le diable!, Nora Aceval, voorwoord Leïla Sebbar, tekeningen Sébastien Pignon, uitgever Al Manar (Alain Gorius), Parijs 2013, pag 19.

         

De ideale vrouw: La femme idéale.

         

On raconte que le fabuleux Djha, éternel farceur, n′était pas attiré par ‎les femmes. Libre et goguenard, il plaisait dans une paisible vie de ‎célibataire. Cela n′ était pas du goût de son entourage, qui le pressait:‎
‎“Djha! Quand te marieras–tu? Sais–tu que le célibat est honni par Dieu? ‎Tu n′est plus tout jeune… Faut–il t′aider à trouver une femme? Tu peux ‎compter sur nous pour tout organiser.‎” Espérant se débarrasser de tous ces intrus, Djha, ironique, répondait ‎invariablement:‎
‎ ‎“Je me mariera lorsque j′aurai trouvé la femme idéale.”‎ Aucunement decouragés, les gens revenaient à la charge:‎
‎ ‎“Alors, Djha, as–tu trouvé la femme idéale?”‎ ‎“Je cherche, je cherche,” affirmait–il, détaché.‎‎
Un jour qu′il traversait la place du marché, assis à l′envers sur son âne, ‎on l′interpella de nouveau:‎ ‎“Alors Djha, et cette femme idéale, l′as–tu trouvée?‎ Cette fois, à la surprise générale, Djha répondit:‎
‎ ‎“Oui! Je l′ai trouvée.”‎ ‎“Que le Ciel soit loué! Mabrouk! Qui est l′heureuse élue?” Allons la ‎demander en mariage à son père!”‎‎
Djha répliqua d′un air amusé:‎
‎ ‎“C′est trop tard, mes amis!”‎‎
‎“Mais pourquoi donc?”‎‎
‎“Parce qu′elle a déjà trouvé l′homme idéal.”‎