(1) Tot nu toe hebben we nog niet stilgestaan bij de naam Plautus. Volgens de website over hem zou de naam “platvoet” betekenen. Hij voegt zich met het hebben van een bijnaam in het rijtje beroemde Romeinen met een bijnaam zoals Cicero (kikkererwt), Tacitus (de stille) en Caligula (soldatenlaarsje). Bij de originele teksten staan vertalingen van de namen van de hoofdrolspelers opgenomen. Ook die namen doen denken aan bijnamen.
(2) De naam Fames in de Latijnse tekst refereert aan een personificatie van de Honger. Fames was een dochter van Eris (de godin van de ruzie en tweedracht), die zich steeds bevindt in het gevolg van de oorlogsgod, een vreselijk monster met borstelig haar, holle ogen en een bleek gelaat. Volgens de latere Romeinse mythologie was het dit monster, dat door Demeter (godin van de landbouw) op Erysichthon werd afgestuurd, om hem met een onverzadigbare honger te straffen.
Erysichthon is in de Griekse mythologie de zoon van een Griekse koning. Voor de bouw van een eetzaal velde hij een eik in een heilige woud. De godin strafte hem met een onverzadigbare honger. Al spoedig raakte hij al zijn bezittingen kwijt. Daarom verkocht hij ten slotte zelfs zijn dochter Mestra, die echter over de gave beschikte zich in verschillende dierengedaanten te kunnen veranderen, zodat zij steeds weer naar haar vader kon terugkeren en dan opnieuw verkocht kon worden.
(3) Hier maakt de vertaling een fout. Romeinen dachten in die tijd niet dat de zwangerschap 9 maanden duurde, maar tien maanden. Dat hangt ermee samen dat de maand in de tijd van Plautus minder dagen telde. In de Latijnse tekst staat 10 maanden, maar die kwamen wel degelijk overeen met bij ons negen maanden. Als je van tien maanden uitgaat, ligt het vervolg hierop dat de olifant 10 jaar zwanger is (10 » 10) meer voor de hand. De draagtijd van een olifant is natuurlijk niet 10 jaar, maar ze is wel veel langer dan die van een mens, nl. 18 – 22 maanden.
(4) De olifant maakte tijdens de tweede Punische oorlog grote indruk op Romeinen. Caesar liet zich jaren later erop voorstaan dat een voorouder in de strijd met Hannibal een olifant zou hebben gedood. In de laatste jaren van de Tweede Punische oorlog tussen 205-201 vCHR werden de toneelstukken waaronder De Vrolijke Thuiskomst (Stichus) opgevoerd. De hier opgevoerde olifant is een duidelijke verwijzing naar de 42 olifanten die Hannibal in de strijd had meegebracht.
(5) In een noot in een vorig blog had ik al gezegd dat het beroep van een “parasiet” vaak dat van moppentapper was. Hij deed dat in de tros van het leger, maar ook aan banketten van de rijken.
(6) De vertaling van “gelasimus” luidt “kuiltje in de wang” van het lachen. De vertaling “grapjas” zit er dus naast.
(7) Wat nu volgt, lijkt mij bijna letterlijk de basis van de Marokkaanse grap, die hieronder staat. Ik heb het de titel “Wees welkom bij ons” meegegeven. Het is duidelijk dat hier de gastvrijheid waarop men zich laat voorstaan op de hak wordt genomen.
(8) Alleen al in dit fragment komt drie keer een verwensing voor met de de naam Hercules. Net als bij Aristofanes is bij Plautus Hercules een goddelijke held waarbij je je graag beklaagde. Hij lijkt in sommige opzichten de mannelijke evenknie van wat Maria is in de katholieke kerk. Hij wordt niet alleen aangeroepen om te vloeken, maar ook om hulp als de nood het hoogst is. In dit verband is Hercules toepasselijk, omdat hij in de klassieke oudheid bekend staat als smulpaap. En wat roept “een hongerlijer” nu liever aan in zijn nood dan een smulpaap?
(9) Onder “barbaars” werd in de oudheid alles aangeduid dat niet Grieks of Romeins was. Ook Feniciërs werden “barbaars” genoemd, hoewel ze in veel opzichten vóór liepen op de Romeinen (schrift, keramiek, scheepvaart etc). “Barbaars” heeft dan ook vooral met de tongval te maken; de taal van de Feniciërs klonk anders dan het Latijn. Daarom waren ze barbaars, niet zozeer omdat ze achterlijk zouden zijn.
(10) In het Latijn staat hier “venditare”. In noot (2) hebben we het gehad over de dochter van Erysichthon (Mestra) die zich in verschillende dierengedaanten kon veranderen, waardoor het mogelijk was dat de vader haar steeds weer kon verkopen en hij geen armoe meer hoefde te lijden. Alweer een naam die wat betekent: Erys-ichton, dat is een kind van Eris (godin van ruzie) en een Vis (ichton=ichtus, Grieks = Poseidon). Nu staat hier “venditare”, telkens weer verkopen, wat hint op de mogelijkheid van Mestra om zichzelf steeds weer te (laten) verkopen.
Uit: Perseus.