Spring hier naar de Franse vertaling Tamazight-gedicht..

(1) Azraïl zijn we al eens eerder tegengekomen naar aanleiding van de wederopstanding uit de dood. Klik op de linken om meer over deze Engels des Doods te weten te komen.

         

(2)

         

         

Waar de Engelse vertaling van de eerste en laatste regels opslaat, begrijp ik niet: is in ieder geval fout. Vertaling:
Ga (doos=duz) aan mij voorbij, mijn lief (ya-lallaly, met assocatie aan nacht) (3x)
Mijn liefde (Eshki=liefde –Turks!), mijn liefje (mahaboobee=Mahabubi), ga mij voorbij (fetenni=fatini)!
Daarna klopt de Engelse vertaling op de laatste regel na!
Laat niet iedereen waarvan het oog is dichtgevallen,
denken dat de liefde (ook) slaapt.
Mijn God, door haar ben ik verliefd.

         

Dit is een Egyptische variant van het Berberlied dat ik op mijn blog vertaald heb gepubliceerd. Ik vond het leuk om er een notenbalk bij te hebben. De nadruk op het aan je voorbij gaan van je geliefde kun je letterlijk opvatten. Nog steeds hebben Marokkaanse mannen de gewoonte om in het passeren hun liefje woordjes toe te voegen. Meestal is het niet kwaad bedoeld en wordt het vol vrolijkheid in ontvangst genomen, maar in een vreemde omgeving kan het soms aggressief overkomen. Tegenover vreemde vrouwen is het zonder meer wél aggressief bedoeld.

Maar je kunt het ook figuurlijk opvatten. Deze liederen werden gezongen in de tijd dat huwelijken werden gearrangeerd en de aanstaande echtgenoot alvast een blik mocht werpen op zijn toekomstige echtgenote. Een van grootste problemen in de Islamitische maatschappij is die van de verliefdheid. In 1980 en later in 1989 sprak ik veel jongeren, die niet konden trouwen met het meisje waar ze smoorverliefd op waren. Ze schreven de ene harstochtelijke liefdesbrief na de andere. Vaak bleef het niet bij flirten en waren de gevolgen vooral voor het meisje niet te overzien. Zij had zich buiten de huwelijksmarkt geplaatst en de jongen niet. In het gearrangeerde huwelijk dat hierop volgde, werden de jongens gekweld door schuldgevoelens en riepen ze uit: “Laat mijn (verboden) verliefdheid aan mij voorbij gaan”. Verliefdheid is slechts van tijdelijke aard, zeggen ze. Maar zo gemakkelijk kom je er niet vanaf.

         

(3) Bij de interpretatie van oude teksten, moet je eigenlijk altijd de Humorale Theorie in gedachten houden. Eigenlijk is dat nog niet genoeg, omdat bijna altijd het statische karakter van deze theorie wordt benadrukt. Volgens mij is dat een onjuist beeld van deze theorie, die nog veel meer overeenkomstig heeft met oude Sjamanistische praktijken dan men denkt. In de sjamanistische praktijk is het gebruikelijk om onder invloed van drugs toenadering tot het heelal te zoeken (niet persé een godheid!). Het is deze praktijk waarmee een sjamaan in gedachten de verschillende invloeden probeert te doorgronden die gelden in een bepaalde toestand (medisch en ⁄ of sociaal). En daarbij stelde men zich het heelal voor alsof het beweegt, rondraait. Ze halen de macrokosmos in hun eigen microkosmos binnen om de macrokosmos te bevatten. En het was het talent van de beoefenaar van deze praktijk in welke mate hij in staat was om zich alle verhoudingen zó voor te stellen dat er een juiste oplossing uitrolde. Dit talent was onder andere afhankelijk van het wiskundig inzicht van de beoefenbaar, volgens mij. Redenen, waarom ik dit denk liggen in de bewoordingen waarmee in liederen als dit Berber–lied een gemoedstoestand wordt beschreven, als ‘vermalen’, wat verwijst naar deze beweging, waarmee je het schema van de Humorale Theorie kunt laten roteren. Ook in het lied van de vorige week kwam in dezelfde bewoordingen deze gemoedstoestand al ter sprake. Als je bij jezelf te rade gaat en je haalt je voor de geest wat een zinnetje als “de wereld leek wel rond te tollen” in geval van dronkenschap, betekent dan denk ik dat dit de werkwijze van een sjamaan weergeeft, zonder dat de beschonkene het talent heeft deze dronkenschap in betekenisvolle wiskunde te vertalen. Of in dichtkunst, zoals in het Hooglied van Salomo: zie noot 7.

         

(4) Ossen: ik heb ze niet bewust gezien, maar uit historische reisverslagen blijkt dat je ze in heel Marokko zou moeten kunnen vinden. Dat is één! Twee: waarom worden die ossen hier in het lied genoemd? In dit lied dat bol staat van hitsige liefde, worden we geconfroteerd met het hoeden van ossen. Bij ossen denk je algauw aan: geslachtloosheid en traagheid. Verder, wil hij zijn liefje scharen onder deze geslachtloze dieren. En een dwaas houdt de wake. Het beeld dat we hier voorgeschoteld krijgen, zou zo uit een burlesque schets met clowns hebben kunnen komen. Als we er dat bij denken, roept het een idee op van de wanhoop waarin de hoofdpersoon zich bevindt. Het doet mij denken aan de thuiskomst van Odysseus op Ithaka, als hij zijn vrouw omringd vindt door vrijers die met Penelope (zijn vrouw) willen trouwen. De immense slachtpartij die hierop zal volgen waarbij alle vrijers de dood vinden, lijkt op een wens die je je ergste vijand niet zou willen toe wensen. De “os” lijkt te staan voor de jarenlange opgekropte frustratie die elk moment zich kan ontladen.

         

(5) Khenifra was het strijdtoneel van de verbeten strijd tussen de Fransen en de Zaian. In het commentaar bij dit lied staat te lezen dat de Fransen deze stad binnentrokken, toen alle bewoners waren vertrokken. Net zoals Napoleon zich vergiste bij de inname van Moskou vergisten de Fransen zich hier, omdat vlak daarop de strijd in alle hevigheid losbarste en ze die verloren. Meestal hoor je over de heldendaden door de strijd van de Riffijnen tegen de Spanjaarden, maar dit is een beroemde slag in de Hoge Atlas tegen de Fransen, die de Zaian wonnen. Uiteindelijk wonnen de Fransen met veel vertoon van macht. Op verlaten plekken in Marokko tref je vaak katten aan die als de laatste kapiteins aan boord van een gekapseisd schip stand houden om de plek te verdedigen. Misschien zit er nog meer achter, maar daarover kan ik mij niet uitlaten.

         

(6) De uitdrukking “het land van de helden” ken ik alleen uit de Ilias van Homerus. Tweede verwijzing naar Homerus: zie noot 4!

         

(7) Door het hele lied heen vervlochten zitten verwijzingen naar het Hooglied van Salomo: wijngaarde, duif en parfum (=lucht). Om meer over de achtergrond van het Hooglied te lezen, klik hier. Hoe die verwijzingen erin zijn gekomen is mij een raadsel. Waarschijnlijk was er óf een christelijke óf een joodse gemeenschap in de omgeving van Khenifra. In ieder geval zijn de verwijzingen ter zake toepasselijk.

         

(8) In het Franse commentaar van deze regel staat te lezen dat de “jujubes” hier symbolisch staat voor de echtgenoot van de vrouw. Het afspraakje zou dus met een getrouwde vrouw zijn. De “jujubes” zijn we al eens eerder in het verhaal van het bezoek van de Vader aan zijn Zeven Dochters tegengekomen. Toen was het de omheining bij een veldje waarop bijenkorven stonden die leeg waren. Een andere naam voor de “jujubes” is Zyziphus-struik, en de strekking is dan meer dat je iemand een tweede kans zou moeten geven. Een variatie hierop is het bij ons bekende Tijl Uilenspiegel verhaal, waarbij hij twee dieven van bijenkorven te pakken neemt, doordat hij in een van de korven zit te slapen. Een gratis reisje op schouders van dieven.

         

(9) In 1992 werd ik door een Marokkaanse jongen meegenomen naar een plek in de bergen van de Beni Snassen, waar nog een officiersmess uit de Franse tijd stond. In de eetzaal waren nog de vage romantische muurschilderingen te zien die indertijd in de mode waren. Even buiten de kazernemuur zat een gat in de grond met daarop een ronde cementen deksel. “Hier werden de gevangenen van de Fransen in gedumpt tijdens het protectoraat,” zei hij. Uit de donkere put kwam een muffe lucht, en ik vroeg me af of de lijken van overleden gevangenen opnieuw waren begraven of nog steeds in deze kelder te stinken lagen. “Nee, dat mocht niet,” verzekerde mij mijn gids. “Je kon overledenen niet zomaar aan hun lot overlaten. Iedereen verdiende een fatsoenlijke begrafenis. Bovendien dit waren helden!” We stonden midden tussen de glooiende berghellingen in de serene heldere lucht. Alles ademde vrede en je kon je niet voorstellen welke gruwelijke misdaden hier nog geen veertig jaar geleden waren begaan.

         

(10) Dit is een ondubbelzinnige toespeling op verdeelde loyaliteit: sommigen waren voor de Fransen, anderen tegen. Theedrinken is altijd een teken van elkaar kunnen vinden in een eventuele overeenkomst.

         

(11) In de versie van Aristoteles van de Humorale Theorie wordt een belangrijke plaats ingeruimd voor de “ziel”. Zie ook noot 3.

         

(12) Sidi Ali is stichter van het Sji′itisme. Deze vorm van de Islam is in Marokko terechtgekomen via de Fatimiden, de afstammelingen van Fatima, de dochter van de profeet Mohammed.

         

(13) Zie wat hierboven (noot 5) over de Zaian is verteld en het beroemste gevecht uit deze streek tegen de Fransen. Voor wie de Arabische site wil raadplegen geef ik hier een link daarnaartoe. Dat is interessant, omdat er toch net iets meer informatie in staat dan op de Engelse site: het is een vertaling ten naaste bij.

         

De originele tekst.

Uit: Le Maroc catholique Izlan et Imaïat (1934), Volume 14, numméro 4–pag. 145–148: derde gedicht.