Dit verhaal over Clodius komt voor bij Plutarchus. Plutarchus schreef de biografie van verschillende beroemdheden uit de Oudheid in het boek getiteld: Parallelle Levens. Uit de lijst van beschreven personen kun je opmaken wie er voor de Romeinen meer of minder toededen. Opvallend is dat in de lijst ontbreken: Plato en Socrates. Je kunt je afvragen of Romeinen daar minder of meer mee op hadden of dat alleen maar Plutarchus ze niet meteen op z′n netvlies had staan. Van Cicero is bekend dat hij zich voor de De Re Publica door Plato′s Staat liet inspireren. Dus misschien ligt het alleen aan Plutarchus dat Plato en Socrates ontbreken in zijn lijst van beroemdheden.
Plutarchus vergeleek niet zomaar twee figuren met elkaar. Het achterliggende idee is dat de beide parallelle personen aan elkaar in twee gescheiden werelden participeerden. De een genoot de bescherming van de ander; degene in de wereld elders was een bron van inspiratie voor degene in het onderaardse. Plutarchus koppelde Cicero aan de Griek Demosthenes, een groot redenaar en politicus. Merkwaardig genoeg was Cicero op zijn beurt weer een inspiratiebron voor de kerkvader Augustinus bij het schrijven van De civitate dei (Over Gods Staat – civitas = hier “staat”, niet “stad”!). Augustinus was de man die ervoor heeft gezorgd dat wij over de Gouden Ezel van Apuleius beschikken (zie ook: Augustinus). In de Gouden Ezel komen we alweer een ander duo tegen: Amor en Psyche. Romeinen dachten graag dat alles in tweeën bestond, o.a. ook in de toneelstukken van Plautus. Hun bijgeloof valt er grotendeels uit te verklaren. De verschillende triumviraten die Rome kende, zou je kunnen zien als een poging om aan een eeuwig voortdurende en steeds terugkerende lus te ontsnappen door aan het tweetal een derde persoon toe te voegen. Een vorm van hegeliaanse dialektiek: these-antithese-synthese. De wens is de vader van de gedachte. In de Re Publica van Cicero komt dit idee volgens Harris aldus voor:
Cicero heeft in zijn persoonlijke leven een paar opvallende overeenkomsten met Socrates. De belangrijkste zijn zijn omgang met de jeugd van Rome en respect voor zijn nogal snibbige vrouw, Terentia. Dat zien we bij Socrates terug in zijn bemoeienis met de bende van Alcebiades, en in zijn huwelijk met Xantippe, waarover ik op dit blog al eerder schreef, omdat de schimmen van haar en Socrates zijn terug te vinden in de Klassieke Humor. De omgang van Cicero met Rome′s jeugd blijkt uit zijn houding ten aanzien van Caelius en Clodius, en tenslotte Milo, waarvan de laatste hem uit zijn ballingschap verlost. Over Clodius, in uiterlijk en gedrag te vergelijken met Alcebiades, zullen we het in de eerst volgende afleveringen op dit blog hebben. Dit is interessant omdat dan behalve de overeenkomsten met wat bij ons nu de puberteit wordt genoemd, ook de verschillen hiermee aan de orde zullen komen.
Clodius heeft alle trekken van een moderne puber, ook al is hij ongeveer 30 jaar oud: hij kleedt zich opzichtig, laat zijn haren zó knippen dat hij zich onderscheidt van de volwassenen (nogal eens kaalhoofdig zoals Cicero, Caesar en Crassus) en gedraagt zich antiautoritair. Harris, Cicero, pag. 605:
Puberteit als onderscheidende leeftijdsfase bestond al in de Romeinse tijd. Op ongeveer 16 jarige leeftijd verwisselde een kind zijn toga praetexta voor de toga virilis, wat aangaf dat hij vanaf die leeftijd een Romeins burger was met alle verantwoordelijkheden van dien. Net als vroeger bij ons gingen alle jonge mannen dan in militaire dienst. Dit werd bekrachtigd door het bezoek aan de tempel van Mars Ultor, de wrekende oorlogsgod. Hij werd “wrekend” genoemd, omdat hij wraak nam op iedereen die zich onrechtmatig had gedragen. De rebelse houding van Clodius komt uit dit idee voort: hij verzette zich tegen mistoestanden in de Romeinse maatschappij waarin armoede vaak tot massale hongersnood leidde. Het idee was de landgoederen van de adel te onteigenen en opnieuw onder verdienstelijke armen uit het volk te verdelen. Dit kon alleen maar met een dictator als Caesar aan het hoofd van de staat. Caesar vormde een bedreiging voor de adel en de democratie van het Oude Rome.
Romeinse jongeren konden als ze volwassen werden zich ook oefenen in het debatteren en het toneelspel. Dit valt op te maken uit wat Livius ons vertelt over de oorsprong van het Romeins theater (Titus Livius, Historiae Romanae, Liber VII, caput II: –– vertaling, tekst 4.1). Toneelspelers waren altijd jong. Misschien is de reden waarom Clodius zich in het huis van Caesar ophoudt minder vreemd dan men dacht vanwege het verbod het huis te betreden tijdens de rituelen voor de Goede Godin. Zoals telkens weer wordt benadrukt, mogen de uitgenodigde vrouwen niets zeggen over wat er op het programma stond. Misschien had men Clodius ingehuurd als een Stand-up Comedian?
De wrekende God is niet alleen bekend uit de joodse en protestantse geschiedenis, maar werd al verdedigd door Thomas van Aquino, die zijn ideeën weer ontleende aan Augustinus, en die deed weer inspiratie op bij Cicero. De wrekende God is hiermee een inspiratie voor opstandige jeugd, vroeger en nu. De oorsprong van Mars Ultor wordt gezocht in China, waar eeuwen lang opstanden van het volk leidden tot machtswisselingen omdat de keizer corrupt was en onrechtvaardig, zonder de maatschappelijke struktuur te veranderen.
ἀλλὰ μειράκιον ὢν ἔτι καὶ μήπω γενειῶν ὁ Κλώδιος ἤλπιζε λήσεσθαι διαδὺς πρὸς τὴν Πομπηίαν μετὰ τῶν γυναικῶν, ὡς δ᾽ εἰσῆλθε νυκτὸς εἰς οἰκίαν μεγάλην, ἠπορεῖτο τῶν διόδων: καὶ πλανώμενον αὐτόν ἰδοῦσα Αὐρηλίας θεραπαινὶς τῆς Καίσαρος μητρός, ᾔτησεν ὄνομα, φθέγξασθαι δ᾽ ἀναγκασθέντος ἐκείνου καὶ φήσαντος ἀκόλουθον Πομπηίας ζητεῖν Ἄβραν τοὔνομα, συνεῖσα τὴν φωνὴν οὐ γυναικείαν οὖσαν ἀνέκραγε καὶ συνεκάλει τὰς γυναῖκας.