In verdrietige tijden is er niets dat een mens het leven zo kan verlichten als een grappig sprookje. En dit verhaaltje mag gerekend worden tot de beste Klassieke Humor, die ik ken. Waarom ik het zo goed vind, zal ik niet helemaal uitleggen, omdat verspreid over dit blog deze redenen zijn terug te vinden. Ik wil alleen wijzen op het uitroepteken op het eind van het verhaal. Deze literaire draai zal waarschijnlijk een vondst van de gebroeders Grimm zijn. Behalve dat het lot van het kippetje hier op de gast die de kip komt eten, betrokken wordt, is er ook nog een andere interpretatie mogelijk die op het Internet is te vinden. Daarvoor hulde!
Ik zal hier letterlijk de noot, die bij dit verhaal uit de verzameling Grimm sprookjes staat, aanhalen: “Het verhaal is niet uit de volksmond opgetekend, maar bewerkt naar oudere literaire vertellingen, nl. Andreas Strobls boek ‘Ovum paschale oder neugefärbte Oster-Ayer’ (1700) en Hans Sachs lied ‘Die vernaschte Maid’ (1536). Een vroegere bron is de bekende novellenverzameling ‘Schimf und Ernst’ van Pauli (1522), maar reeds in de Middeleeuwen komt een dichterlijke bewerking voor onder de naam ‘Der entlaufene Hasenbraten’. Dat wij met een internationale stof te doen hebben, blijkt uit de Franse bewerking ‘Dit des perdriz’; de herkomst uit het oosten volgt daaruit, dat hetzelfde verhaal ook in de ‘1001 nacht’, in de Turkse ‘Nasr Eddin’ en in Indische novellenboeken voorkomt.”
Opvallend is dat in deze opsomming de Jeha–verhalen en Tijl Uilenspiegel ontbreken. Bij het traceren van de herkomst, blijkt vooral de invalshoek of die Duits–Frans is, of meer Italiaans–Arabisch een belangrijke factor te zijn. Ik heb overigens dit verhaal nog niet kunnen terugvinden in de Duizend en Een Nacht. Concludeer ik voorlopig!
(1) De formulering “voor ′t vuur” doet vreemd aan. Je denkt al gauw bij het roosteren van kippen aan, hoe dit staat afgebeeld op de afbeelding die in het blog onder deze link is te vinden. Blijkbaar heeft er vroeger een variant bestaan, waarbij je de kippetjes vóór het vuur zette. Ik kan het niet anders verklaren.
(2)Met het “aaneen hangen van de wijn” kunnen twee dingen bedoeld zijn. 1. Het tranen van wijn in een glas, of 2. de complexiteit van wijn.
(3) Ook dit verhaal bestaat duidelijk uit twee delen. Het eerste deel heeft grote overeenkomsten met die verhalen die naar aanleiding van Boccaccio′s verhaal van de kok die zijn meisje geen kippepootje kan weigeren, op dit blog staan vermeld.
(4) Voor de wijze van redeneren en de tekst: “soort zoekt soort”.
(5) In noot 3 kwam het eerste deel aan de orde, waarmee dit verhaal samenhangt. Het tweede deel hangt samen met een Algerijns verhaal, dat ik al heb besproken op dit blog én het commentaar hierop.