Spring hier naar de originele tekst van Plautus (Acte IV, scène 8).

Noten bij de Aulularia in de vertaling van Molière en Hooft.

(1) In de Latijnse tekst staat hier “pici”, griffioen. Volgens de Scythen zouden griffioenen op de toppen van bergen goud zitten. De slaaf van de man die met de dochter van Euclio (hoofdrolspeler) wil trouwen, maakt deze vergelijking, nadat hij erin is geslaagd om Euclio (de vader van het meisje) van zijn schat te beroven. Het huwelijk zou zonder bruidsschat

worden voltrokken, maar langs een omweg krijgt de huwelijkskandidaat nu ook nog een bruidsschat in handen. Waarom er bij Plautus altijd onduidelijkheid bestaat of het nu om een bruidsprijs of om een bruidschat gaat, heeft waarschijnlijk te maken met dat in zuid Italië twee culturen naast elkaar bestonden, waarbij het in de ene gewoonte was een bruidsschat te betalen (de Romeinse) en in de andere een bruidsprijs (de Fenicische cultuur). De Feniciërs kenden de gewoonte dat de man, de aanstaande echtgenoot, betaalde voor de vrouw waarmee hij trouwde, net zoals nu nog steeds gewoonte is in het noorden van Afrika. De Romeinen lieten de vader van de bruid betalen, zoals door het stelen van de Euclio′ s schat in feite nu ook gebeurd is. Dit suggereert dat Euclio Romeins is, terwijl de buurman die met zijn dochter wil trouwen Fenicisch is. Maar ook voor het omgekeerde valt iets te zeggen: de buurman is Romeins en Euclio en dochter zijn Fenicisch. Er bestond tenslotte onder Romeinen een tekort aan huwbare vrouwen, lange tijd. Diefstal en verkrachting waren in veel maatschappijen tekenen van mannelijkheid, waarmee je bewees dat je kon gaan trouwen met de uitverkorene, die vaak zelf ook bij de keuze betrokken werd, zoals in dit toneelstuk het geval is.

         

(2) Met koning Phillip wordt waarschijnlijk Phillipus II van Macedonië bedoeld, omdat Molière zich houdt aan de tekst van Plautus. Bij Plautus staan er verschillende keren opmerkingen over de vader van Alexander de Grote. Hooft vertaalt veel minder naar de tekst van Plautus. Het is dan ook toeval dat beiden het hebben over een Phillip II. Hooft bedoelt hiermee Philip II van Spanje (een “l” minder), die lange tijd over de Nederlanden heerste. De Nederlanden hadden zich net aan zijn dictatuur weten te ontworstelen.

         

(3) De bosscène laat doorschemeren dat Plautus zijn klassieken kende. Griekse theaterstukken kenden vaak de natuur als decor. Volgens commentatoren zouden de eerste toneelstukken zelfs hebben plaats gevonden op een open, lichte plek in het bos (noot 9 en 10)

         

(4) “Gans duizent popelency”. Het commentaar bij Hoofts tekst heeft het over een verbastering van “apoplexie” (perplex staan, met stomheid geslagen zijn), wat de volgende vertaling in modern Nederlands zou opleveren: Ik sta helemaal (gans duizent) perplex of paf. Bij Plautus staan verschillende uitroepen, waaraan Hooft ook in zijn tekst uitdrukking heeft willen geven. In de toelichting bij de Latijnse tekst staat dit bij “attat” te lezen: “attat” kan in een uitroep van vreugde, vrees of verdriet en pijn herhaald worden tot “attatatatae”, of “attate”.

         

(5) “Grootebroek”: ik denk dat het zoiets betekent als “iemand die het breed laat hangen”.

         

(6) “Snorkop”: volgens het woordenboek Middelnederlandsch betekent “snorren” ”smakken”, wat de volgende vertaling van “Snorkop” oplevert: Vreetzak.

         

(7) Met “Signeurs” zijn enigszins denigrerend de Hoge Heren bedoeld, volgens mij.

         

(8) “Premiers van de beurs”: de beurs voor aandelen bestond niet, dus hier wordt doodgewoon de portemonnee bedoeld. Dat levert in vertaling op: Al die zich door zijn geld op anderen laat voorstaan, valt in het niets bij mij, omdat ik altijd over veel meer geld kan beschikken. (Nav een opmerking) Ik zit er naast: in 1606 was de eerste aandelenbeurs in Amsterdam opgericht! Dus de beurs die hier genoemd wordt, kan ook betrekking hebben op de Beurs op het Damrak waarmee Hooft bekend was, omdat hij Amsterdam goed kende. Ik laat mijn vertaling voor wat het is, omdat het misschien zelfs een betere vertaling is, als je er vanuit gaat dat Hooft van het bestaan van de Beurs op de hoogte was. Blijkbaar vond hij die speculanten handelaren in lucht. Wat mij blijft verbazen is, hoeveel verwijzingen er naar de 17e eeuw in de Warenar te vinden zijn. Voor andere verwijzingen, raadpleeg mijn vorige commentaar op het blog van 15 februari 2019, na noot 9 ev.. Het zijn er zoveel dat ik het niet meer kon geloven.

         

(9) “Granjen”, volgens het commentaar bij Hoofts tekst zou dit rechtstreeks uit het Spaans zijn overgenomen: granillo of granilla, betekenis korrel, of plek veroorzaakt door de pokken (ziekte). Vandaar afgeleid: klein geld. Maar wat staat hier dan toch? Ik denk dat het betekent: in vergelijking met mijn rijkdom, is hun rijkdom kleingeld (wisselgeld). Het commentaar geeft er nog een draai aan, maar die kan ik helemaal niet volgen, dus laat ik dat hier achterwege.

         

(10) De “heimelijkheit” is een vrij gangbare aanduiding in Hoofts tijd voor het toilet. Wij zouden tegenwoordig zeggen, hij hoeft nog geen scheet te laten of hij heeft er weer een graafschap of hertogdom bij. De titel Hertog komt van Heerzog, een leider van een leger, terwijl Markies komt van mark= grens en (weet ik niet): bestuurder in een grensgebied. In dit geval wordt er gezegd “loost”, dat wil zeggen dat de Koning van Spanje om de haverklap weer een streek kwijt raakt op de manier waarop hij de Nederlanden is kwijt geraakt.

         

(11) “Spiet” betekent “spuwt”. Wat duidelijk is dat je niet bij dit heerschap in de buurt moet staan, omdat hij je onderschijt als een reiger.

         

(12) “Dreumelen” betekent “verstoppen, verbergen”.

         

(13) In de zeventiende eeuw realiseerde Amsterdam twee reusachtige stadsuitbreidingen. De beroemde grachtengordel en de Jordaan maakten hiervan deel uit. Voor het eerst werd niet alleen gelet op functionaliteit maar ook op de schoonheid van de stadsaanleg. Verschillende nieuwe, protestantse, kerken verrezen, zoals de Zuiderkerk, de Noorderkerk en de Westerkerk. Ook kreeg Amsterdam een nieuw stadhuis, passend bij de belangrijke positie die de stad nationaal en internationaal innam.

Het is opvallend dat Hooft hier kiest voor een plaats onder een steiger. In het Latijn en ook bij Molière wordt er voor een weinig bezochte onopvallende plaats gekozen. Blijkbaar waren er in de tijd van Hooft zoveel steigers in de stad dat je door de bomen het bos niet meer zag.

         

(14) Vertaling: meteen toen hij (Euclio/Warenar) vertrokken was, liep ik naar de plaats waar hij de pot had verstopt.

         

(15) “Een doblon” was oorspronkelijk een Spaanse munt. De munt werd ook wel om de afbeelding die erop stond “een dubbele pistool” genoemd. Toelichting: Door de aanhoudende vlucht van goud uit het land werd de waarde van de escudo onder Philips II verhoogd. Stukken van 2 en 4 escudos, internationaal bekend als pistolen resp. dubbele pistolen (pistool), werden ook geslagen. Onder Philips III (1598-1621) werden er munten met een nog grotere waarde geslagen: in goud de onza van 8 escudos en in zilver de cincuentín van 50 realen. Onder Philips IV (1621-1665) werd zelfs een goudstuk van 12½ onza of 100 escudos uitgegeven dat aantoonde, hoe groot de economische macht van Spanje was. Deze was echter bijna geheel gebaseerd op de im– en export van goud en zilver, hetgeen de Spaanse economie kwetsbaar maakte.

         

(16) “Gans zakkerlijsjes…by Gort”: tja, hoe vertaal je dat? In ieder geval is het een verbastering. Dat valt uit het laatste deel “gort” op te maken, wat een verbastering van “god” voorafgegaan door het anglicisme “by” is; je zou ook kunnen zeggen “by Jove”. De “zakkerlijsjes” zijn een verbastering van wat we tegenwoordig “zakkenvullers” noemen. Maar dan staat er weer dat onvertaalbare “gans”. Daarvan weet ik niet wat ik ermee moet doen. Ik laat het voor wat het is: een gans, symbool van Rome en Iuno Moneta (Hera) op het Capitool van Rome? Voor uitleg: zie paragraaf Nasreddin, een geval apart in de Conclusie op de website “Humor en zijn Scaduw”.

         

(17) Uit de weegh houwen” betekent “bij hem wegblijven”.

         

(18) “Of hy ′er weêr nae keek”, betekenis:“want hij zal er nog wel weer eens naar komen kijken”.

         

         

De originele tekst.

Uit: Perseus.

Plautus: Aulularia.

Strobilus/Strobile/Lekker

Strobilvs
‎ ‎Picis divitiis, qui aureos montes colunt,
‎ ‎ ‎ego solus supero. nam istos reges ceteros
‎ ‎memorare nolo, hominum mendicabula:
‎ ‎ ‎ego sum ille rex Philippus. o lepidum diem.
‎ ‎ ‎5nam ut dudum hinc abii, multo illo adveni prior
‎ ‎ ‎multoque prius me conlocavi in arborem
‎‎ ‎indéque spectabam aúrum ubi abstrúdebat senex.
‎ ‎ ‎ubi ille ábiit, ego me deorsum duco de arbore,
‎‎ ‎exfodio aulam auri plenam. inde ex eo loco
‎‎ ‎‎10video recipere se senem; ille me non videt,
‎ ‎ ‎nam ego declinavi paululum me extra viam.
‎ ‎ ‎attat, eccum ipsum. íbo ut hoc condam domum.–