Ma′roef in Al–Merika.

Uit: De gestolen minnaar en andere vrijmoedige liefdesverhalen uit 1001 nacht, Paul Rodenko, Ooievaar, 1960: 158-167.

Spring hier naar de de Arabische brontekst..

Commentaar.

(1) Wat met “boem” wordt bedoeld is, denk ik, duidelijk, maar ik zal dit toch nog even toelichten: bedoeld is de Amerikaanse economische “boom”, die zo genoemd werd, omdat na de tweede wereldoorlog de Amerikaanse economie in rap tempo uitgroeide tot de grootste ter wereld. In Nederland had deze economische “boom” zijn pendant in de “babyboom” van na de Tweede Wereldoorlog, waarvan de gevolgen nog steeds doorwerken. In Duitsland heette de “boom” het Wirtschafswunder.

         

(2) Hoe Rodenko zich door de politieke actualiteit van zijn tijd en plaats (Amsterdam) laat inspireren, komt naar voren in de brildragende minister, waarmee ongetwijfeld Joop den Uyl, veel geprezen voorman van de Partij van de Arbeid, is bedoeld. Een van zijn bekendste eigenaardigheden was het af- en opzetten van zijn bril, tijdens gesprekken.

         

(3) Hier staat dan een direkte verwijzing naar de heksenjacht op communisten onder president McCarthy. Al in een eerder blog had ik er al gewag van gemaakt dat Rodenko die heksenjacht op de achtergrond van zijn bewerking van Maroef, de muilenlapper, een rol laat spelen. De beschuldiging van “on–Amerikaanse” bedoelingen leidde tot rechtzaken, waarin van tevoren vaststond dat je zou worden veroordeeld. In een artikel in de Volkskrant van woensdag 1 juli, staat te lezen hoe Roy Cohn als (duivels) advokaat bevriend was met McCarthy en Donald Trump! Deze advokaat was gewetenloos in het berechten van mensen in deze heksenprocessen van de twintigste eeuw. Op bijgevoegde foto staan Donald en Roy als een grappenmakend duo, waarin het trickster–karakter moeiteloos valt te herkennen.

         

(4) Zowel de naam Marilyn en Maroef laten zich afkorten tot Ma. Ik weet niet of Rodenko hier met opzet de beide namen onder een noemer brengt (Ma), maar het is wel helemaal in overeenstemming met de Jung analyse van de Trickster, die altijd volgens Jung uit een mannelijke en een vrouwelijke helft bestaat, zoals ik in het vorige blog uiteen heb gezet. Wat mij steeds meer opvalt, is de actualiteit van van dit sprookje, zoals Rodenko het heeft bewerkt.

         

(5) In feite herhaalt zich hier weer wat Maroef in een eerdere fase van zijn leven ook al moest doen: vluchten. Eerst vlucht hij voor zijn vrouw met overduidelijke trekken van een heks, Hajbaj; nu vlucht hij voor de gevolgen van zijn eigen onverantwoordelijk gedrag. Maar hij heeft er nu wel een liefhebbende vrouw aan overgehouden. Ik wil u niet vermoeien met een analyse van de verhaalopbouw van dit sprookje, maar wil er nog wel over kwijt, dat hier eigenlijk iets merkwaardigs gebeurt. Een herhaling van een “vlucht” met zoveel ontwikkelingen er tussendoor, is uitzonderlijk. Meestal neemt de vlucht in een sprookje de vorm aan van achter elkaar zich voordoende vluchtpogingen die uiteindelijk op een geslaagde vlucht uitlopen. Dat is hier niet het geval.

         

(6) Over het opnemen van deze noot heb ik mijn twijfels. Eigenlijk vind ik ze een beetje ongepast in deze contekst. Maar ik struikelde hier over de tekst en ik denk dat ook anderen dat zullen doen. Vandaar deze uitleg. Waar struikelde ik over? Ik dacht dat het in de islamitische wet verboden was mensen te verbranden. Dat heeft dan betrekking op de onschendbaarheid van het lichaam. Je mag van Rodenko zeggen wat je wil, maar hij kent in het algemeen wel zijn zaakjes. Behalve nu, dacht ik. Nu is er een groepje mensen van de Islamitische Staat (IS) die inderdaad betogen dat het verbranden van vijanden mag. Onder deze link valt te lezen, hoe ze denken dit gedrag te verdedigen.

         

(7) Om de een of andere reden heeft ook Rodenko aangevoeld dat de grap over verbranden niet in de tekst paste. Waarom heeft hij hem dan opgenomen? De elektrische stoel van de Rosenbergs?

         

(8)Voetnoot van Rodenko: Al–Merikanisme voor rovers; eigenlijk ‘stoute jongens’. De term is ontleend aan het schooljongensvocabulaire: ‎een jongen die stout is moet op de gang staan en wordt daarom door zijn kameraadjes een ‘gang-ster’ genoemd, ‎naar analogie van Cholliwoet–ster. Volgens de jongste onderzoekingen schijnen de sterren op de tulband van ‎sultan Sam de Cholliwoet– en gang–sterren te symboliseren, die tezamen een prominente rol in de Al–Merikaanse samenleving gespeeld moeten hebben, terwijl de strepen vermoedelijk in verband gebracht ‎moeten worden met de strafkolonie Zing–Zing (sommige geleerden willen er ook notenbalken inzien), waar ‎zwartgallige gangsterren door middel van zanglessen tot een zonnige kijk op het leven gereëduceerd werden ‎‎(noot van de bewerker, Rodenko).‎

         

De originele tekst.

Oorspronkelijke Arabische brontekst.

Uit: دار ألكتب ألعلمية ، بيروت لبنان ، ألصفحة: ٦٨٤. <