Wilt u naar de website Klassieke Humor: klik dan -->

         

De reconstructie van het Vierde Verhaal op de Achtste Dag uit de Decamerone van Boccaccio..

         

Met dit programmaatje wil ik laten zien hoe misschien Boccaccio met een paar zinnen uit oude grappen een verhaal uit de Decamerone schreef. Ik gebruik de Moppenfabriek om het proces van schrijven na te bouwen. Dit proces lijkt veel op de wijze waarop Rederijkerskamers bepaalde gedichten als in een schaakspel construeerden; de wijze van werken reikt terug tot in de Romeinse tijd, en volgens mij misschien nog verder. Natuurljk zou Boccaccio, Boccaccio niet zijn, als hij het basismateriaal niet zo bewerkte dat er niet zozeer een nieuw verhaal ontstond, maar op basis van oude verhalen er een nieuw inzicht in maatschappelijke verhoudingen zich aandiende. Eigenlijk deed Boccaccio in dit verhaal maar één radikale ingreep: hij veranderde de rol van de man in die van de vrouw. Van Klassieke Humor is één van de belangrijkste kenmerken dat in het midden van het verhaal de baas – knecht verhouding wordt omgedraaid. Boccaccio wacht daarmee niet tot hij aankomt in het midden van het verhaal, maar hij begint van meet af aan met deze omkering van machtsverhoudingen. Dat moet ongetwijfeld bij sommigen op de lachspieren hebben gewerkt, maar bij anderen geleid hebben als een oproep tot verzet.

         

Het Vierde Verhaal dat op de Achtste Dag in de Decamerone wordt verteld, kan als volgt worden samengevat. We nemen in gedachten het schema van actie – reactie, vergezeld door een symbool. Als we het verhaal samenvatten, kom ik tot de volgende samenvatting. Piccarda wordt door een proost lastig gevallen (1). Zij bedenkt een list om van hem af te komen, door hem met haar ongelooflijk lelijke meid Malvenuta te laten vrijen (2). Toevallig is de baas van de proost in het huis waar het rendez-vous plaats vindt, en de proost wordt door de baas betrapt(3). De proost krijgt straf en zal voortaan er niet meer over denken Piccarda lastig te vallen (4). Het symbool is de plaats van samentreffen: het huis (5).

         

De samenvatting die we met behulp van mijn analysemethode hebben gemaakt, gaan we koppelen aan de feiten: de zinsneden in het verhaal. De vorige samenvatting is in feite een hersenspinsel. Dit hersenspinsel krijgt pas inhoud, als we het in verband kunnen brengen met feitelijke fragmenten. Op die manier voorkomen we tunnelvisie, waarin we denken dat de samenvatting ergens op slaat, maar niet echt. Basis: Decamerone, Boccaccio, vertaling Frans Denissen, pag. 567 ev.: Achtste dag, Vierde Verhaal.

  1. Piccarda wordt door een proost lastig gevallen. Letterlijk staat hier in de vertaalde tekst (567): “Nu was de proost een oude bok van het soort dat nog best een groen blaadje lustte, en bovendien driest en hoogmoedig; hij had altijd praats voor zes, deed neerbuigend tegenover iedereen, hij was zo′n misselijk mannetje dat niemand iets van hem moest hebben, en zeker madonna Piccarda niet. Sterker nog, ze werd doodziek van hem.” Opvallend is de woordkeuze, die enigszins afwijkt van de rest van de verhalen in de Decamerone. Bij vergelijking met de oorspronkelijke tekst in het Italiaans blijkt de manier van vertalen een keuze van de vertaler te zijn voor gesproken taal. Terecht? Misschien! Duidelijk is: zelfs nu nog roept de tekst emoties op bij een vertaler en blijkt het verhaal nog helemaal actueel!
  2.          

  3. Zij bedenkt een list om van hem af te komen, door hem met haar meid Malvenuta te laten vrijen. Letterlijk staat er in de vertaalde tekst (570): “Luister goed: ik wil dat jij, Malvenuta, vannacht met een man in mijn bed slaapt en dat je met hem vrijt. Maar let wel: je mag er geen woord bij zeggen, want je weet dat mijn broers in de kamer ernaast slapen. In ruil voor deze dienst krijg je een hemd.” Hier is de vertaling correct en volgt het origineel! Maar gek genoeg een heel vreemde keuze voor de naam van de dienstmeid: Malvenuta (vert. “De niet welkome”) is in mijn originele tekst Ciuttazza (vert. “hoer”; van Ciuca, vert. “ezelin”)!
  4.          

  5. Toevallig is de baas van de proost, de bisschop, in het huis waar het rendez-vous plaats vindt, en de proost wordt betrapt. In de tekst staat hier (571): “ Op dat ogenblik stormde de jongeman met de brandende fakkel de kamer binnen op de voet gevolgd door de bisschop en de rest van het gezelschap. Bij het zien van het licht en van al die mensen om zich heen schrok mijnheer de proost op en dook van schaamte en angst met zijn hoofd onder de lakens. De bisschop schold hem de huid vol en sommeerde hem weer te voorschijn te komen en te kijken met wie hij in bed lag.
  6.          

  7. Hij krijgt straf en zal voortaan er niet meer over denken Piccarda lastig te vallen. In vertaling (571): “De bisschop liet de proost veertig dagen voor zijn misstap boeten. …… Zo werd de bewonderenswaardige vrouw verlost van het geflikflooi van de onbeschaamde proost en verdiende Malvenuta een nieuw hemd.
  8.          

  9. Het symbool, het huis, komt in het verhaal voor als een vesting, waarmee de vrouw Piccarda wordt aangeduid. In vertaling (568-569): Piccarda zegt: “Vader, ik heb vaak gehoord dat geen vesting zo sterk is of ze wordt, als ze dag op dag belegerd wordt, ooit toch ingenomen. Ik stel vast dat dit ook met mij is gebeurd. Nu eens met zoete woordjes, dan weer met deze of gene attentie hebt u mij zo ver gekregen, dat ik van mijn voornemen ben afgestapt: als ik u dan toch zo beval, ben ik bereid de uwe te worden.” “Godzijdank!” riep de proost verheugd uit. “Om u de waarheid te zeggen: het verwonderde me al ten zeerste dat u zo lang standhield. Dat is me nog nooit eerder overkomen.”

         

En als we het symbool in dit verhaal hebben vastgesteld, valt op dat dit verhaal te vergelijken is met verschillende verhalen uit de Klassieke Humor. Dat sommige verhalen later zijn geschreven, is niet van belang, omdat al deze verhalen teruggaan op verhalen uit de Klassieke Oudheid. Zie hiervoor het commentaar bij de verhalen. Bijvoorbeeld het verhaal van Decourdemanche: Le qadi dépouillé, Nasreddin). Ook heeft het verhaal gelijkenis met de persoonsverwisseling in het verhaal van de Baljuw in de Canterbury Tales en de persoonsverwisseling in het Perzische verhaal. Ten slotte komt ook de Geboorte van Hercules in het toneelstuk van Plautus Amphitruo in aanmerking als inspiratiebron voor dit verhaal. Net als in Boccaccio′s verhaal is in “De Qadi……” de vesting een aanduiding voor een vrouw. In “De Baljuw……” is een watermolen net als in de Perzische grap een symbool, het staat waarschijnlijk voor kerk of tempel. In het toneelstuk van Plautus is het het huis van Amphitruo, dat staat voor de echtgenote van Amphitruo, Alkmene. Huis en Echtgenote zijn beide een bezit! Maar als Jupiter bezit neemt van het huis, waarin Alkmene woont, dan hebben we het niet meer over een huis, maar over een tempel.

         

Hoezeer het omdraaien van de man– vrouwverhouding al in de grap zit, blijkt uit de Engelse (Baljuw) en Perzische grap, waarin de ene man verwisseld wordt met de andere. Boccaccio heeft de verschillende variaties gecombineerd om zó tot dit verhaal over Madonna Piccarda te komen. Wij gaan nu uit deze variaties op dezelfde manier als hierboven zinsneden halen om te komen tot het Vierde Verhaal op de Achtste dag van de Decamerone. Dit noemen we de reconstructie.

         

Ik heb laten zien op welke verhalen uit de Klassieke Humor Boccaccio zich zou kunnen baseren. Nu gaat het erom hoe hij de verschillende fragmenten aan elkaar legt om tot zijn verhaal te komen. Klik op de eerste knop met de naam “Begin”. Hierin, net zoals in de volgende stappen, is het fragment dat, volgens mij, Boccaccio voor zijn verhaal gebruikt met rood aangegeven. Je ziet dat hij een keuze moet maken uit verschillende beginzinnen. Je kunt zelf bedenken waarom hij voor dat ene begin heeft gekozen en niet voor het andere. Duidelijk wordt dan dat hij opzettelijk de kerk en niet een andere instantie in het hemd heeft willen zetten!

Serie 1, in Begin en de daarop volgende opties (Reactie–actie; Actie– reactie en Slot) is uit de Amphitruo van Plautus. De serie 2 is uit “Le qadi dépouillé” van Decourdemanche. De serie 3 is uit de Canterbury Tales: Het verhaal van de Baljuw. En ten slotte, de serie 4 is uit het Perziche verhaal. Alle bronnen zijn in de literatuurlijst terug te vinden.

         

Ga naar de knop “Begin” en klik erop: een pop–up opent zich. Je kunt de pop–up laten verdwijnen door op de “X” in de rechterbovenhoek te klikken en je bent weer terug bij de hoofdtekst. Ga daarna naar de volgende knop om die pop–up te openen!

         

         

De middelste knoppen staan voor een omkering van de natuurlijke, logische gang der gebeurtenissen. Normaal roept een actie een reactie op; hier gebeurt het omgekeerde, omdat je er bij grappen vanuit moet gaan dat iemand anticipeert op wat een ander gaat doen. Hij reageert dus op iets dat nog niet heeft plaats gevonden. Dit is het wezen van de grap. Dat krijgt gestalte door de eerste middelste knop “Reactie–actie” te noemen en de laatste middelste knop “Actie–Reactie”.

         

         

×
  1. Om te ‘bewijzen’ dat Amphitruo de nacht met zijn ‎vrouw, ‎Alkmene, heeft doorgebracht, komt zij op het idee hem ‎het ‎cadeau te laten zien, dat hij haar vannacht heeft gegeven ‎‎(een ‎truc om zijn ongelijk aan te tonen): “Ik zweer, maar dat zul je ‎nu ‎ook wel weer ontkennen, dat jij mij vandaag een gouden ‎bokaal ‎cadeau hebt gedaan. Die bokaal had jij op jouw beurt ‎ook weer ‎geschenk gekregen.”‎
  2.          

  3. (3) Weldra is de poort geramd, waarop Nasreddin zijn zoon ‎een ‎teken geeft. “Sla op de trommel”, zei hij, want er bestaat ‎geen ‎goede aanval zonder dat men het teken voor de aanval ‎geeft. ‎Zijn zoon greep de trommelstokjes (baguettes) en roffelt ‎een ‎stevig salvo, zoals hem is opgedragen. Op het moment dat ‎dit ‎lawaai losbreekt in de linnenkast, bespringt de schrik de qadi ‎en ‎zijn dame.‎
  4.          

  5. OF (3) Ze hebben buiten de waard gerekend! Want het paard ‎waarmee ‎het graan is gebracht, staat op het erf van de ‎molen ‎vastgebonden, buiten het zicht van de jongens. De ‎molenaar ziet ‎zijn kans schoon: hij maakt het paard los, waarop ‎het paard ‎meteen de benen neemt naar het veld, waar nog ‎andere wilde ‎paarden grazen…… En de jongens kunnen niet naar ‎huis met ‎meel.
  6.          

  7. Toen hij in slaap was gevallen, trok de molenaar de muts ‎van ‎het hoofd van de man en zette hem in plaats daarvan zijn ‎eigen ‎muts op.

         

         

De derde knop “Actie–Reactie” werkt precies zó als de tweede knop.

         

×
  1. Geen van beide echtelieden heeft gelijk, omdat er ‎goddelijke ‎krachten een rol spelen, die hun parten hebben ‎gespeeld: “Eerder ‎op de dag kreeg je vrouw weeën. Toen de ‎barensweeën sterker ‎werden, zoals de gewoonte is bij vrouwen ‎die bevallen, riep ze de ‎onsterfelijke goden aan om haar te ‎helpen. Ze heeft haar ‎handen gewassen en het hoofd bedekt. ‎Daarop kraakte er een ‎meer dan geweldige donderslag door de ‎lucht. We dachten dat ‎ons huis het begaf. Toen, de bliksem: heel ‎jouw huis lichtte op, ‎helder als goud.”
  2.          

  3. “Dat is geen goed teken”, zeggen ze tegen elkaar. Hals over kop verlaten ze de kamer, steken de kamer van binnenkomst over en houden pas op met rennen als ze beneden zijn aanbeland. Ze kijken elkaar eens aan met stomheid geslagen en zonder te kunnen spreken, stom verbaasd als ze zijn.‎
  4.          

  5. Ze vragen de molenaar of ze bij hem kunnen blijven slapen. ‎Dat ‎kan, maar ze slapen met z′n allen in één ruimte, want over ‎meer ‎kamers beschikt hij niet. De jongens laten tegen eigen betaling ‎bier en ‎eten komen, want ze hebben honger. Alles wordt keurig ‎gedeeld ‎met de hebberige molenaar, zijn vrouw, en de jonge ‎dochter.‎
  6.          

  7. Hij zag zijn spiegelbeeld in het water, maar toen hij ontdekte ‎dat ‎hij de muts van de molenaar op zijn hoofd had, dacht hij ‎bij ‎zichzelf: “Ik had toch gevraagd of hij mij wilde wekken, maar ‎nu ‎heeft die domoor zichzelf gewekt.”

         

         

De vierde knop, het “Slot-accoord” werkt precies zó als de andere knoppen. Ga daarna naar de bovenstaande samenvatting van het verhaal van Boccaccio en vergelijk dit met de roodgekleurde fragmenten. Er zijn natuurlijk verschillen, maar iedereen kan de zinnen zo aan elkaar breien dat ze het verhaal van Boccaccio opleveren. Boccaccio′s verhaal veroorzaakte een revolutie in de literatuur; niet in de maatschappij, hoewel hij die revolutie er ook mee hoopte te bewerkstelligen. Met behulp van de Moppenfabriek zal je dat echter ook nooit lukken!

         

×
  1. (4) Jupiter (god): “Wees een goede verliezer, Amphitruo. Ik kom je te hulp, jij ‎hebt ‎niets te vrezen. Laat de mensen die mij willen vervloeken, ‎mij ‎vervloeken, het raakt me niet. Wat je te wachten staat, en ‎wat ‎er in het verleden is gebeurd, zal ik je deelachtig maken. En ‎veel ‎beter dan die mensen, die het altijd beter weten, want ik ‎ben het ‎Jupiter zelf! Allereerst, ik ben te leen gegaan bij Alkmene ‎en ‎daardoor is zij zwanger geworden van een jongen. Ook jij ‎hebt ‎haar zwanger gemaakt, toen je erop uittrok op expeditie. ‎Zij is in ‎een keer bevallen van onze beide zonen. Een van die ‎twee, ‎degene door mij verwekt, zal jou met onsterfelijke ‎roem ‎overladen door zijn daden. Breng voor Alkmene weer ‎dezelfde ‎warmte op als voorheen. Zij verdient het niet dat je de ‎schuld op ‎haar schuift. Ik was het die haar ertoe dwong te doen ‎wat zij ‎heeft gedaan. Nu zal ik naar de hemelen hierboven ‎terugkeren.” ‎‎(Hij stijgt op naar boven)‎
  2.          

  3. De Hodja van zijn kant ziet in dit avontuur een gelegenheid ‎om ‎de oorlogsbuit binnen te halen. Hij komt uit de ‎linnenkast, ‎maakt de kist met kleren open en pakt het pak ‎kleren van de ‎qadi als ook zijn tulband, en dan, zonder aarzelen, ‎daalt hij de ‎ladder af, gaat de stal in waar de muilezel dichtbij ‎zijn ezel staat ‎vastgemaakt, doet de kleren in de draagmand op ‎de rug van zijn ‎ezel, zet zijn zoon op de ezel en gaat zelf op het ‎muildier zitten, ‎vertrekt uit het huis en komt thuis in goeden ‎doen aan.‎
  4.          

  5. (2) Omdat Alan denkt dat het zijn vriend John is, pakt hij hem beet in de nek ‎en ‎schudt hem eens stevig heen en weer om hem te wekken. Hij ‎wil ‎zo graag zijn nachtelijke avonturen aan ‎John ‎vertellen. Maar hij heeft de molenaar in zijn nekvel beet. De molenaar wordt wakker en treft Alan bij zich ‎in bed ‎aan. Kwaad beginnen ze te vechten en, als de ‎molenaar ‎neervalt, omdat hij ergens over is gestruikeld, valt hij ‎neer op zijn ‎vrouw in de armen van John. De vrouw ‘ontdekt’ ‎wat haar is ‎overkomen, en wil de vechtenden scheiden. Omdat ‎zij beter dan ‎de anderen de weg weet in het duister van de ‎kamer, weet ze ‎een stok in een hoek te pakken te krijgen. En nu ‎is het zaak om ‎de juiste man neer te halen. En ze slaat …… haar eigen man dood! Nu er geen gevaar ‎meer dreigt ‎keren de jongens voorzien van heerlijk gebak te paard naar huis terug.
  6.          

  7. En met die gedachte maakte hij rechtsomkeert en schold ‎de ‎molenaar de huid vol: “Waarom heb je me niet gewekt zoals ‎ik ‎had gezegd?”‎

         

         

Slotopmerkingen

Tussen haakjes (…) staat een nummer dat teruggaat op de samenvatting van het Vierde Verhaal op de Achtste Dag in de Decamerone. Eén keer staat een fragment in de optie Reactie – Actie aangegeven in blauw in plaats van de in rood aangegeven fragmenten, die Boccaccio gebruikt zou kunnen hebben als inspiratie voor de constructie van zijn verhaal. Dit fragment is blauw, omdat het kort weergeeft wat er op dat moment in het verhaal gebeurt: een persoonsverwisseling door de ruil van de mutsen⁄petten. Maar het fragment is zo kort en algemeen, dat er geen enkele reden is om het alleen in verband met het verhaal van Boccaccio te brengen. Dit fragment maakt duidelijk dat Boccaccio veel minder feitelijk te werk is gegaan, maar veeleer impressionistisch. Behalve de aangehaalde literatuur, speelt op de achtergrond het verhaal van Amor en Psyche, waarmee de Decamerone zich aandient als een Renaissance werk. Het fragment in blauw maakt ook duidelijk hoe een verhaalstruktuur gebruik maakt van kapstokken om een verhaal te vertellen, niet één verhaal, maar duizenden.

Zoals gezegd, Boccaccio laat niet in het midden de ommekeer in rolpatroon plaats vinden, maar van het begin af aan. Dat heeft als consequentie dat de fragmenten in de optie Actie – Reactie eruit vallen! Toch vindt er wel een omkering plaats. De fragmenten met (3) zouden op het eind moeten staan, maar staan in het verhaal van Boccaccio in Reactie – Actie. En een fragment dat in Reactie – Actie had moeten staan, staat in het Slot, aangegeven met (2). Nog merkwaardiger is dat Chaucer in de Canterbury Tales er weer meer een verhaal van maakt, door de omkering bij Boccaccio nog eens om te keren. En we krijgen niet zozeer een grap, maar een grappig, ironisch verhaal.

Eigenlijk draait veel om hoe symboliek onder invloed van maatschappelijke ontwikkelingen vorm krijgt. We krijgen de volgende symboliek–keten: huis, tempel, molen (2x), kerk en ten slotte vrouw. Je zou uit deze opeenvolging van symbolen een merkwaardige consequentie kunnen trekken. Als de symbolen bij elkaar horen, dan zou de vrouw van instanties als de kerk of (Griekse) tempel (in Korinthe) bevrijding kunnen verwachten van haar huiselijke lasten. Of je zou kunnen concluderen dat het juist deze instanties zijn die haar huiselijke taken hebben opgelegd. Om met Boccaccio te spreken: de vrouw heeft de kerk in z′n (mooiste) hemd gezet en de kerk de vrouw.