Er is iets mis met de Moppenfabriek analyse!

         

Inleiding.

         

De analyse van de Moppenfabriek voldoet niet! Als we dit verhaaltje ‎langs de lat leggen van mijn analysemethode dan is duidelijk dat er ‎tweekeer iets mis gaat. Allereerst op de plaats in het verhaal die ik ‎‎“Actie-Reactie” heb genoemd. En in de tweede plaats in het “Slot”. ‎Omdat de analysemethode hier niet voldoet, ziet de bespreking van dit ‎verhaaltje er heel anders uit dan gebruikelijk. Ik zal wel het verhaal op ‎de gebruikelijke manier samenvatten, maar ik laat de letterlijke ‎vergelijking met andere verhalen achterwege. De letterlijke ‎vergelijking is wel mogelijk, maar deze keer maak ik links naar de ‎betreffende verhalen. Ik doe dat, omdat het onder elkaar zetten van de ‎vergelijkbare elementen alleen maar een grote omweg zou zijn, die ‎afleidt van waarom de analysemethode dit keer niet voldoet.

         

Dit verhaal heeft grote overeenkomsten met het verhaal van de Baljuw ‎uit de Canterburry Tales, met het Marokkaanse volksverhaal over ‎Vraatzucht (de vijfde hoofdzonde) en het heeft overeenkomsten met ‎Perzische verhaal waarin een gast na een overnachting in een (water-‎‎)molen, denkt dat de molenaar zichzelf heeft wakker gemaakt in plaats ‎van hem (gedaanteverwisseling).

De samenvatting van Verhaal Zes op de Negende Dag in de Decamerone, vertaald ‎door Frans Denissen, pag. 670 -674:

         

Analyse naar vorm–elementen (structuur).

Beginsituatie: Pinuccio( It. “pin” (=denneboom, pijnboom) “uccio”‎‎(=slachtoffertje), ‎associatie met Pinocchio (“pin” = den, hout; en “occhio” = oog) ‎is ‎verliefd op de dochter van een winkelier met een winkel langs een ‎reizigersroute. ‎Maar hij ziet geen kans om met haar te vrijen.‎

Decamerone, pag. 670:

Ware het niet dat Pinuccio (want zo heette de jongeman) het meisje ‎en zichzelf tegen elke mogelijke schande ‎wilde beschermen, dan ‎hadden ze allang hun wederzijdse liefde in ‎daden omgezet.‎

Reactie–Actie.: Pinuccio bedenkt dat deze winkelier af en toe reizigers ‎bij zich laat ‎overnachten in één gedeeld kamertje: de winkelier ‎en zijn vrouw, zijn ‎dochter en de gasten. Hij denkt dat dit een goede ‎gelegenheid is om ‎met zijn liefje samen te kunnen zijn.‎

Decamerone, pag. 671:

Hij kwam op het idee om onder een of ander voorwendsel in ‎het ‎logement van haar vader te overnachten; aangezien hij met ‎de ‎indeling ervan vertrouwd was, zou hij wel kans zien om bij haar in ‎bed ‎te schuiven zonder dat er een haan naar kraaide.‎‎

Actie–Reactie.: Als iedereen ligt te slapen, kruipt Pinuccio bij de dochter, Niccolosa, ‎in ‎bed. De vrouw des huizes wordt wakker van een kat, en als ze weer ‎bij ‎haar man in bed wil stappen, vergist zij zich, omdat de vriend ‎van ‎Pinuccio, Adriano, de wieg die altijd naast het ouderlijk bed staat, ‎heeft ‎verplaatst, toen hij uit bed stapte om zijn behoefte te doen. Nu ‎staat de wieg naast ‎het bed van de kameraden. Daarom stapt de ‎echtgenote bij de vriend van ‎Pinuccio, Adriano, in bed.‎

Decamerone, pag. 671–672:

  1. Even later, toen het duo in diepe slaap verzonken leek – ‎in ‎werkelijkheid waren ze klaar wakker – liet de man zijn dochter ‎in ‎een van de twee overige bedden stappen, terwijl hijzelf en ‎zijn ‎vrouw plaatsnamen in het derde, waarnaast zij het wiegje ‎met ‎hun zoontje op de grond zette…… Pinuccio had deze ‎hele ‎bedoening in het oog gehouden. Toen iedereen vast leek ‎te ‎slapen, stapte hij geruisloos uit zijn bed, sloop naar dat van ‎zijn ‎geliefde en schoof naast haar tussen de lakens.
  2. Toen ze (de echtgenote) echter daar de wieg niet aantrof, zei ze bij ‎zichzelf: “Oei, ‎wat stom van me! Wat ben ik nu aan het doen? Goeie ‎God, het ‎had geen haartje gescheeld of ik was bij mijn gasten in ‎bed ‎gekropen!” ze scharrelde nog wat verder, vond de wieg terug ‎en ‎stapte in het bed ernaast, waarin niet – zoals ze veronderstelde – ‎haar man lag, maar Adriano.‎
  3. Hij (Pinuccio) schuifelde dus nog wat verder en belandde in bed bij……. ‎de ‎waard, die wakker schrok. In de veronderstelling dat hij naast ‎zijn ‎vriend lag, zei Pinuccio: “Ik zweer je dat er op de wereld ‎geen ‎lekkerder ding bestaat dan Niccolosa.…‎”

Slot.: Omdat Pinuccio als hij opstaat, bij de winkelier in bed stapt en ‎zichzelf ‎verraadt, neemt zijn vrouw de toevlucht tot een leugen om ‎best wil. Zij ‎zegt dat Pinuccio niet de hele nacht bij hun dochter ‎gelegen kan ‎hebben, omdat zij bij hun dochter in bed lag, waarmee zij ‎háár ‎vergissing én het slippertje van haar dochter in een klap met de mantel ‎der ‎liefde weet te bedekken. Haar man gelooft haar. ‎‎

Decamerone, pag. 673:

Ze had de tegenwoordigheid van geest om zonder één woord op ‎te ‎staan, het wiegje met haar zoontje op te nemen en het, na ermee ‎door ‎de aardedonkere kamer te zijn gelaveerd, naast het bed van ‎haar ‎dochter te zetten. Ze kroop naast haar, en alsof ze door het ‎getier van ‎haar man was wakker geworden, riep ze zijn naam en ‎vroeg waarover ‎hij met Pinuccio aan het ruziën was.‎

‎“Heb je hem dan niet horen zeggen wat hij vannacht met Niccolosa ‎uitgespookt heeft?” brieste haar man. “Hij liegt dat hij zwart ziet,” ‎antwoordde zij. “Hij is nog niet eens bij haar in de buurt geweest, ‎want ik heb de hele tijd zelf naast haar gelegen en intussen geen oog ‎dichtgedaan. Je bent gek als je die onzin gelooft.”‎

         

Analyse naar betekenis.

Bij de “Actie-Reactie” hebben we niet meer met één handeling te ‎maken, maar met een kettingreactie: Pinuccio klimt bij zijn geliefde in ‎bed, de echtgenote bij de vriend van Pinuccio, en ten slotte Pinuccio ‎bij de eigenaar van de herberg. Omdat dit eigenlijk allemaal dezelfde ‎acties zijn, zou je het falen van de analysemethode in dit geval nog ‎kunnen goed praten. In de begindagen van de stomme film was dit ‎kettingreactie-effect een gebruikelijk procedé om de lach op te ‎wekken. Zoals ik op mijn website ‎heb aangekaart, stamt dit effect al uit de tijd dat de allereerste ‎kluchten werden opgevoerd, die ooit ook op straat door ‎grappenmakers werden vertoond. Dat voor dit effect geen echte plaats ‎is in mijn analysemethode is dus echt een gebrek, maar niet ‎onoverkomelijk, als je aan de functie “Actie-Reactie” de ruimte geeft te ‎variëren, zoals ik hierboven heb gedaan.‎

         

Maar op het eind gaat het echt mis. Eerst nog iets over de symboliek ‎die niet erg op de voorgrond toch wel een belangrijke rol speelt in het ‎verhaal. De symboliek zou je moeten zoeken in de naam van de ‎minnaar: “Pinuccio”. “Slachtoffertje onder de Dennenboom” zou een ‎letterlijke vertaling van de naam zijn. In de Slotopmerkingen bij het ‎Tweede Verhaal op de Zevende Dag ‎heb ik het over de betekenis van de naam Gianello (Janusje) ‎en op dezelfde manier zou je ook de naam Pinuccio als een symbool ‎kunnen opvatten. Op de betekenis van de naam legt Boccaccio zelf ‎ook hier de nadruk door tussen haakjes te zeggen: “……want zo heette de ‎jongeman.” (che cosí aveva nome il giovane).‎

         

Maar er ontbreekt in de analyse nog een heel ander gedeelte (Decamerone, pag. 674): “Daarop ‎begon Pinuccio, die met gespitste oren had liggen luisteren, allerlei ‎wartaal uit te kramen, alsof hij inderdaad hardop aan het dromen ‎was, wat bij zijn gastheer een onbedaarlijke lachbui verwekte……etc.” ‎Duidelijk is dat we hier niet met een variatie op dezelfde functie van ‎doen hebben: de truc van de vrouw heeft een ander effect dan de ‎wartaal die Pinuccio uitslaat. De vrouw weet zich vrij te kwijten met ‎argumenten, maar Pinuccio doet hier eigenlijk het omgekeerde: hij ‎neemt ongefundeerd de schuld op zich. Waar komt deze laatste actie ‎van Pinuccio vandaan: spruit hij voort uit de fantasie van Boccaccio of ‎is hier iets anders aan de hand. Natuurlijk is dat laatste het geval!‎‎

         

Het gaat hier om het gedrag van Pinuccio, dat doet denken aan het ‎gedrag van iemand die in trance verkeert. Het Decamerone–gezelschap ‎verkeert in de bossen en volgens The Golden Bough van Frazer, kun je ‎hier mensen aantreffen die door de aanraking met de natuur ‎boodschappen uit een Andere Wereld doorkrijgen. Golden bough (De ‎gouden Tak): pag. 35-36:
‎“Een andere manier om tijdelijk geïnspireerd te raken, waar ik hier ‎naar wil verwijzen, is het gebruik maken van een heilige boom of ‎plant . Zo komt in het gebergte, genaamd de Hindu Kush ‎voor dat ze ‎vuur maken met twijgen of heilig cederloof. En Daniël of de sibille ‎inhaleerden vette irriterende ‎rook in met een doek over hun hoofd, totdat ze stuiptrekkingen ‎kregen en bewusteloos neervielen op de grond. Bijna meteen daarop ‎stond ze (de sibille) van de grond op, hief een schril gezang aan, dat ‎haar gehoor overnam en hardop herhaalde. De profetes van Apollo at ‎van de heilige laurier en werd door wierook bedwelmd, alvorens te ‎profeteren.”

         

In de analyse van het verhaal van de Canterbury Tales, het ‎Marokkaanse volksverhaal en het Perzische sprookje heb ik erop ‎gewezen dat aan al deze verhalen godsdienstige rituelen ten grondslag ‎liggen. Het verhaal van Boccaccio heeft zich daaraan niet kunnen ‎onttrekken! Het gedrag van Pinuccio is dat van een profeet, die op het ‎punt staat een openbaring te doen. Nu is duidelijk dat het verhaal niet ‎alleen verwijst naar de Vijfde Hoofdzonde, ‎maar ook overeenkomsten heeft met het Marokkaanse verhaal over ‎de Derde Hoofdzonde, Luxuria (Wellust), waarin een man om zich heen stekend al het vee in ‎huis om zeep helpt. Maar zelfs de Vierde Doodzonde, Invidia (Afgunst ), lijkt ‎door de associatie van de naam Pinuccio met Pinocchio (Pinocchio ‎‎(“pin” = den, hout; en “occhio” = oog) een deuntje mee te fluiten in dit ‎verhaal. De nadruk in dit sprookje ligt niet alleen op de steeds langer ‎wordende neus als Pinocchio liegt, maar ook op de betekenis van zijn ‎naam.‎

         

Dat dit aspect in de analyse als je gebruik maakt van de ‎Moppenfabriek methode niet wordt meegenomen, is een duidelijk ‎gebrek. Het leidt niet tot foute analyses, maar wel tot het over het ‎hoofd zien van een belangrijke achtergrond van dit verhaal. En die was ‎de historische situatie van het verhaal: de pest in Florence (Decamerone, pag 13):
‎ ‎“Zo besmettelijk was namelijk de pest dat hij niet alleen overging van ‎mens op mens; ook dieren werden in aanraking van een voorwerp dat ‎aan een zieke of een gestorvene had toebehoord, aangestoken en in ‎korte tijd de dood ingejaagd. Dit heb ik zoals ik al zei, met eigen ogen ‎kunnen vaststellen: twee varkens die op de openbare weg ‎rondsnuffelden, stootten daar op een bepaald moment op een hoopje ‎oude lompen van een stakker die door de pest naar het graf was ‎gesleept. En zoals varkens plegen te doen, begonnen ze er met hun ‎snuit in te wroeten, zetten er daarna hun tanden in en zwaaiden ze ‎tegen hun wangen. Alsof ze vergif binnenkregen, zegen ze korte tijd ‎later na enkele stuiptrekkingen morsdood op de uiteengereten ‎lompen neer.”‎

         

De pest moet een vruchtbare voedingsbodem zijn geweest voor allerlei ‎waarzeggers, profeten en andere onheilsaankondigers. En daarvan ‎vinden we een heel klein aspect terug in dit verhaal, na veel en diep ‎graven. Ook de naam Pinuccio (“slachtoffertje onder de ‎dennenboom”) wijst in de richting van het gedrag van een (onheils-) ‎profeet. Iedereen was behoorlijk van slag, natuurlijk.