De analyse van de Moppenfabriek voldoet niet! Als we dit verhaaltje langs de lat leggen van mijn analysemethode dan is duidelijk dat er tweekeer iets mis gaat. Allereerst op de plaats in het verhaal die ik “Actie-Reactie” heb genoemd. En in de tweede plaats in het “Slot”. Omdat de analysemethode hier niet voldoet, ziet de bespreking van dit verhaaltje er heel anders uit dan gebruikelijk. Ik zal wel het verhaal op de gebruikelijke manier samenvatten, maar ik laat de letterlijke vergelijking met andere verhalen achterwege. De letterlijke vergelijking is wel mogelijk, maar deze keer maak ik links naar de betreffende verhalen. Ik doe dat, omdat het onder elkaar zetten van de vergelijkbare elementen alleen maar een grote omweg zou zijn, die afleidt van waarom de analysemethode dit keer niet voldoet.
Dit verhaal heeft grote overeenkomsten met het verhaal van de Baljuw uit de Canterburry Tales, met het Marokkaanse volksverhaal over Vraatzucht (de vijfde hoofdzonde) en het heeft overeenkomsten met Perzische verhaal waarin een gast na een overnachting in een (water-)molen, denkt dat de molenaar zichzelf heeft wakker gemaakt in plaats van hem (gedaanteverwisseling).
De samenvatting van Verhaal Zes op de Negende Dag in de Decamerone, vertaald door Frans Denissen, pag. 670 -674:
Ware het niet dat Pinuccio (want zo heette de jongeman) het meisje en zichzelf tegen elke mogelijke schande wilde beschermen, dan hadden ze allang hun wederzijdse liefde in daden omgezet.
Hij kwam op het idee om onder een of ander voorwendsel in het logement van haar vader te overnachten; aangezien hij met de indeling ervan vertrouwd was, zou hij wel kans zien om bij haar in bed te schuiven zonder dat er een haan naar kraaide.
Ze had de tegenwoordigheid van geest om zonder één woord op te staan, het wiegje met haar zoontje op te nemen en het, na ermee door de aardedonkere kamer te zijn gelaveerd, naast het bed van haar dochter te zetten. Ze kroop naast haar, en alsof ze door het getier van haar man was wakker geworden, riep ze zijn naam en vroeg waarover hij met Pinuccio aan het ruziën was.
“Heb je hem dan niet horen zeggen wat hij vannacht met Niccolosa uitgespookt heeft?” brieste haar man. “Hij liegt dat hij zwart ziet,” antwoordde zij. “Hij is nog niet eens bij haar in de buurt geweest, want ik heb de hele tijd zelf naast haar gelegen en intussen geen oog dichtgedaan. Je bent gek als je die onzin gelooft.”
Bij de “Actie-Reactie” hebben we niet meer met één handeling te maken, maar met een kettingreactie: Pinuccio klimt bij zijn geliefde in bed, de echtgenote bij de vriend van Pinuccio, en ten slotte Pinuccio bij de eigenaar van de herberg. Omdat dit eigenlijk allemaal dezelfde acties zijn, zou je het falen van de analysemethode in dit geval nog kunnen goed praten. In de begindagen van de stomme film was dit kettingreactie-effect een gebruikelijk procedé om de lach op te wekken. Zoals ik op mijn website heb aangekaart, stamt dit effect al uit de tijd dat de allereerste kluchten werden opgevoerd, die ooit ook op straat door grappenmakers werden vertoond. Dat voor dit effect geen echte plaats is in mijn analysemethode is dus echt een gebrek, maar niet onoverkomelijk, als je aan de functie “Actie-Reactie” de ruimte geeft te variëren, zoals ik hierboven heb gedaan.
Maar op het eind gaat het echt mis. Eerst nog iets over de symboliek die niet erg op de voorgrond toch wel een belangrijke rol speelt in het verhaal. De symboliek zou je moeten zoeken in de naam van de minnaar: “Pinuccio”. “Slachtoffertje onder de Dennenboom” zou een letterlijke vertaling van de naam zijn. In de Slotopmerkingen bij het Tweede Verhaal op de Zevende Dag heb ik het over de betekenis van de naam Gianello (Janusje) en op dezelfde manier zou je ook de naam Pinuccio als een symbool kunnen opvatten. Op de betekenis van de naam legt Boccaccio zelf ook hier de nadruk door tussen haakjes te zeggen: “……want zo heette de jongeman.” (che cosí aveva nome il giovane).
Maar er ontbreekt in de analyse nog een heel ander gedeelte (Decamerone, pag. 674): “Daarop begon Pinuccio, die met gespitste oren had liggen luisteren, allerlei wartaal uit te kramen, alsof hij inderdaad hardop aan het dromen was, wat bij zijn gastheer een onbedaarlijke lachbui verwekte……etc.” Duidelijk is dat we hier niet met een variatie op dezelfde functie van doen hebben: de truc van de vrouw heeft een ander effect dan de wartaal die Pinuccio uitslaat. De vrouw weet zich vrij te kwijten met argumenten, maar Pinuccio doet hier eigenlijk het omgekeerde: hij neemt ongefundeerd de schuld op zich. Waar komt deze laatste actie van Pinuccio vandaan: spruit hij voort uit de fantasie van Boccaccio of is hier iets anders aan de hand. Natuurlijk is dat laatste het geval!
Het gaat hier om het gedrag van Pinuccio, dat doet denken aan het gedrag van iemand die in trance verkeert. Het Decamerone–gezelschap verkeert in de bossen en volgens The Golden Bough van Frazer, kun je hier mensen aantreffen die door de aanraking met de natuur boodschappen uit een Andere Wereld doorkrijgen. Golden bough (De gouden Tak): pag. 35-36:
“Een andere manier om tijdelijk geïnspireerd te raken, waar ik hier naar wil verwijzen, is het gebruik maken van een heilige boom of plant . Zo komt in het gebergte, genaamd de Hindu Kush voor dat ze vuur maken met twijgen of heilig cederloof. En Daniël of de sibille inhaleerden vette irriterende rook in met een doek over hun hoofd, totdat ze stuiptrekkingen kregen en bewusteloos neervielen op de grond. Bijna meteen daarop stond ze (de sibille) van de grond op, hief een schril gezang aan, dat haar gehoor overnam en hardop herhaalde. De profetes van Apollo at van de heilige laurier en werd door wierook bedwelmd, alvorens te profeteren.”
In de analyse van het verhaal van de Canterbury Tales, het Marokkaanse volksverhaal en het Perzische sprookje heb ik erop gewezen dat aan al deze verhalen godsdienstige rituelen ten grondslag liggen. Het verhaal van Boccaccio heeft zich daaraan niet kunnen onttrekken! Het gedrag van Pinuccio is dat van een profeet, die op het punt staat een openbaring te doen. Nu is duidelijk dat het verhaal niet alleen verwijst naar de Vijfde Hoofdzonde, maar ook overeenkomsten heeft met het Marokkaanse verhaal over de Derde Hoofdzonde, Luxuria (Wellust), waarin een man om zich heen stekend al het vee in huis om zeep helpt. Maar zelfs de Vierde Doodzonde, Invidia (Afgunst ), lijkt door de associatie van de naam Pinuccio met Pinocchio (Pinocchio (“pin” = den, hout; en “occhio” = oog) een deuntje mee te fluiten in dit verhaal. De nadruk in dit sprookje ligt niet alleen op de steeds langer wordende neus als Pinocchio liegt, maar ook op de betekenis van zijn naam.
Dat dit aspect in de analyse als je gebruik maakt van de Moppenfabriek methode niet wordt meegenomen, is een duidelijk gebrek. Het leidt niet tot foute analyses, maar wel tot het over het hoofd zien van een belangrijke achtergrond van dit verhaal. En die was de historische situatie van het verhaal: de pest in Florence (Decamerone, pag 13):
“Zo besmettelijk was namelijk de pest dat hij niet alleen overging van mens op mens; ook dieren werden in aanraking van een voorwerp dat aan een zieke of een gestorvene had toebehoord, aangestoken en in korte tijd de dood ingejaagd. Dit heb ik zoals ik al zei, met eigen ogen kunnen vaststellen: twee varkens die op de openbare weg rondsnuffelden, stootten daar op een bepaald moment op een hoopje oude lompen van een stakker die door de pest naar het graf was gesleept. En zoals varkens plegen te doen, begonnen ze er met hun snuit in te wroeten, zetten er daarna hun tanden in en zwaaiden ze tegen hun wangen. Alsof ze vergif binnenkregen, zegen ze korte tijd later na enkele stuiptrekkingen morsdood op de uiteengereten lompen neer.”
De pest moet een vruchtbare voedingsbodem zijn geweest voor allerlei waarzeggers, profeten en andere onheilsaankondigers. En daarvan vinden we een heel klein aspect terug in dit verhaal, na veel en diep graven. Ook de naam Pinuccio (“slachtoffertje onder de dennenboom”) wijst in de richting van het gedrag van een (onheils-) profeet. Iedereen was behoorlijk van slag, natuurlijk.