Klik om voor of terug te gaan in de presentatie:
Wat hebben poppen met depressies en gezinsplanning te maken? En wat heeft dit mooie wajangschetsje ermee van doen? Misschien heeft u al een idee, maar ik wil de manier waarop ik op het idee kwam dat er een verband is, toch stapje voor stapje aan u voor leggen. Ik doe dit, omdat ik niet de indruk wil wekken over een dag ijs te schaatsen en er dan doorheen te zakken. Het idee is mij te kostbaar om het zomaar eventjes vlotweg op te schrijven. Soms werkt dat iets beter, maar in dit geval zult u genoegen moeten nemen met een stuk stugger geschreven proza. Tenminste, als het u interesseert.
Naar aanleiding van het betoog dat volgt, zou je de indruk kunnen krijgen dat deze interpretatie van de wajangschets wel heel erg veel op toeval berust en er met de haren bij gesleept is. Dat is niet helemaal waar, omdat Sartre over wie we het zullen hebben, toch echt vanaf de jaren zeventig de kampioen van de vrijheid is. En als je het over de Vrijheid van de Poppen hebt, kun je eigenlijk niet om hem heen. In het eerste boek dat Sartre schreef, komt een depressieve hoofdpersoon voor, die zich als een pop voelt. Alleen al deze twee dingen bij elkaar genomen, zou genoeg kunnen zijn, om Sartre erbij te halen in deze bespreking van de wajangtekst. En die tekst had een bepaald doel: gezinsplanning. En nu is het interessante dus, dat er een onverwacht verband ontstaat tussen redenen, waarom mensen depressief worden en gezinsplanning. Dit is geen wetenschappelijk betoog, en iemand anders zou de relatie eens in een mooi proefschrift kunnen uitdiepen. Dit blijft een redelijk luchtig leesbaar stuk, hoop ik? Het verband wordt op het laatst verduidelijkt, aangestipt.
Op gezette tijden herlees ik boeken die ik op jongere leeftijd heb gelezen. Door een artikel in de Tirade van 1965 geschreven door J.E. Kool-Smit onder de titel Egotisme versus Engagement kwam ineens de herinnering bij mij op aan “Walging”, de eerste roman van Jean Paul Sartre. Ik heb het gelezen toen ik 18 jaar was en vond het afschuwelijk, maar omdat ik dacht dat ik het niet goed begrepen had, herlas ik het op mijn vierentwintigste en vond het weer afschuwelijk. Na het lezen van het artikel in Tirade, had ik het idee dat ik er iets van begon te begrijpen. En dus pakte ik het boekje dat ergens achteraf in een vergeten boekenkast terecht was gekomen er weer bij.
Het was de volgende opmerking uit Tirade, die mij aan het denken zette:
Ik ken de oorspronkelijke omslag van het boekje niet, maar op de huidige editie van Gallimard staat een detailafbeelding van de Melancholica van Dürer en ik denk dat de uitgever hiermee een aanwijzing geeft voor de strekking van het boek. Eigenlijk is het een tamelijk persoonlijk relaas van een depressieve periode in het leven van Sartre. In dit boekje staat alles, wat hij later veel te moeilijk en omslachtig in stukjes en beetjes heeft verteld of betoogd. La Nausée is een echt meesterwerkje!
Dat wil nog niet zeggen dat de vertaling met Walging, helemaal de plank misslaat. Maar een van de aspecten in de vertaling van La Nausée blijft zonder meer onderbelicht. In Nausée zit namelijk een associatie met “oser”, durven. En in de hele roman staat centraal dat de hoofdfiguur niet weet wat een avontuur (een avontuurtje) nu eigenlijk is. Je voelt hier al de existentialistische filosofie om de hoek komen kijken. Het missen van die associatie lijkt mij dus nogal essentieel voor een goed begrip van het boek. Maar ja, een alternatieve vertaling? Ik weet het niet; ik zal halverwege dit betoog een suggestie doen.
La Nausée is het verslag van een man die zich in de kleren hijst van een pop. Dat is mooi op te maken uit de volgende scène in het hart van La Nausée (gedeeltelijk eigen vertaling (Walging, p. 109), maar het Frans is veel mooier (La Nausée, p. 143):
(Klik voor de oorspronkelijk tekst (21) hieronder op de vertaling):
"De Rollebon (een historische figuur waarover de hoofdpersoon, Roquetin, een biografie schrijft) was mijn partner: hij had mij nodig om te bestaan en ik had hem nodig om mijn bestaan niet te voelen. Ik leverde de grondstof, die ik aan de man moest brengen en waarvan ik niet wist hoe: het bestaan, mijn bestaan. Het aandeel van De Rollebon was het zich laten representeren. Hij stelde zich op tegenover mij en maakte zich van mijn leven meester om het zijne gestalte te geven. Ik bemerkte niet meer dat ik nog bestond, ik bestond niet meer voor mijzelf, maar voor hem…….(p. 110) Het Ding, dat zijn kans afwachtte, is gealarmeerd en het heeft zich op mij gestort, het vervloeit in mij, ik stroom helemaal vol, ik ben er vol van – Dat is niet niets!: dat Ding ben ik. Mijn bestaan, bevrijd en losgemaakt, vloeit in me terug. Ik besta……(p. 110) Ik vermaak mij ermee ze (mijn vingers) te bewegen, zeer snel, als de poten van een krab, die op zijn rug is gevallen. De krab is dood: de poten krimpen krom ineen en ze grijpen rond in de holte van mijn hand…… "
Ik ken geen mooiere beschrijving van het ontwaken uit een depressie: eerst het besef dat je jezelf niet meer bent, dan het hervinden van jezelf. In tegenstelling tot wat men vaak denkt, is dat een angstig, griezelig moment. Maar de depressie is nog niet voorbij! De omgeving maakt weer contact met de hoofdpersoon. De vraag is voor hoelang. De depressie sluipt als het ware via de krab krabbelend op z′n rug terug in het lijf van de hoofdpersoon: het hoofd, de maag, het hart……etc. Het in herinnering brengen van de Dingen, het krabbelend beschrijven ervan, houdt de depressie in stand! Dat heeft Freud en de huidige psychotherapie nooit bedacht, maar Sartre wèl! Pas op, laat je niet op het verkeerde been zetten, mediterend over jezelf!
Hoe de hoofdpersoon zich als een vlinder verandert in een Pop en worstelend zich ont–Popt, is het thema van Walging. Gek genoeg heeft het boekje iets weg van wat vroeger denigrerend een damesromannetje werd genoemd. Vindt in een damesromannetje de hoofdpersoon na een scheve schaats gereden te hebben op het eind van het boekje de enige echte Ware; in Walging gebeurt het omgekeerde: de geliefden hebben elkaar al gevonden en de hoop op een prins op een wit paard wordt definitief op het einde van het boekje de grond ingestampt.
Want Roquetin, de hoofdpersoon, ondergaat deze verandering helemaal als een reactie op zijn misgelopen verhouding met Anny, zijn geliefde. Zijn gevoel, dat zijn leven leeg is, dat hij een leegloper is, is ontstaan, nadat zij samen besloten hebben dat hun liefde (verliefdheid) op is. Zij kunnen het niet meer in het nu beleven: het perfecte moment in een tableau vivant, zoals Anny dat steeds weer om zich heen heeft weten te schikken als bloemen in een vaas. De tijd stond even stil. Wat ze willen spelen alsof het zich afspeelt op een scherm waarop schaduwen zich aftekenen, dringt zich nu op in hun relatie in alle werkelijke heftigheid. En de hierboven aangehaalde citaten hebben betrekking op de vreugde die Roquetin overvalt als hij van Anny een uitnodiging ontvangt elkaar weer eens te zien. Hij gooit het schrijven van de biografie over De Rollebon erbij neer, en lijkt weer bestaansrecht te krijgen door zijn toekomstige ontmoeting met Anny. In freudiaanse termen uitgedrukt: hij skipt de sublimatie om te gaan voor de risicovolle relatie, de lijflijke seks. Maar helaas!
En dan komt, wat mij door Tirade ineens duidelijk werd. Dit boekje, “Walging”, beschrijft het leed van de Burgerij. Een arbeider had het nooit kunnen schrijven, had alleen maar ernaar kunnen hunkeren te mogen leven onder dezelfde condities als Roquetin (Tirade, p. 213):
Terzijde. Hierna zal ik voor alle duidelijkheid en misschien ten overvloede het verband met de wajangschets aan de orde stellen. Nu wil ik nog even ingaan op een andere mogelijke vertaling voor La Nausée. Sartre zelf vergelijkt La Nausée met een crisis (p. 115 of vertaling p. 87). Het is de depressie die je overrompelt en duidelijk maakt dat deze wereld niet maakbaar is, hoezeer je dat misschien ook zou wensen.
Dat anderen uit het werk van Sartre de conclusie hebben getrokken dat de wereld maakbaar zou zijn, is mij een raadsel. Maar Sartre wil wel graag de Anderen de schuld ervan geven dat de wereld niet maakbaar is. Het zijn altijd de anderen die het gedaan hebben! Niet alleen bij Sartre, maar ook bij Simone de Beauvoir, die niet voor niets een van haar omvangrijke geschriften De Anderen (“Le sang des autres”, 1944) heeft genoemd. En zo kwam de schrijfster van het essay in de Honderdste Tirade, J.E. Kool-Smit, in 1965 op de titel van haar stuk: Egotisme versus Engagement, waarvan ik niet wist wat Egotisme betekende. Toen ik dat had opgezocht, bleek ik merkwaardig genoeg uit te komen bij de eerste hoofdzonde in het katholicisme: Hoogmoed en Arrogantie waarover op dit blog al veel is geschreven: 6 juni 2017 en 16 mei 2018. Fransen blijven Fransen!
Ik krijg het idee dat Chagrijn, Duizeling, Onpasselijkheid, Stress en Angst, Depressie, Beklemming of Weerzin mogelijke vertalingen zouden kunnen zijn. (Waar is de associatie met “durf”? “Zin”, lust tot avontuur? Dan zou Weerzin de beste vertaling kunnen zijn!?) Maar zo′n vertaling van La Nausée (“misselijkheid”) maakt het te actief, net als walging overigens het te passief maakt. Depressief als vertaling, is weer te modieus en passief, wat niet helemaal bij de burger Roquetin hoort, die zich uit zijn Beklemming blijft worstelen. Eigenlijk denk ik dat er geen goeie vertaling is voor dit door en door Franse gebeuren! De associatie met het katholicisme is te sterk!
Wat heeft dit door en door Franse gebeuren met de Indonesische wajang schets te maken? Laten we bij het hoorspel beginnen. Het verliefde stelletje is op zoek naar een plaats en tijd dat er niemand thuis is. Met andere woorden, zij zoeken de “lege” ruimte. Het verliefde stel en de gemankeerde liefde van Roquetin uiten zich beide in het betekenis geven aan leegte. In het ene geval een positieve leegte, zodat zij met elkaar kunnen vrijen; in het andere geval een negatieve ruimte, waarin men elkaar voortdurend ontloopt.
Een van de luisteraars, de minst slimme, Dawala, denkt dat wat hij hoort, echt is. Cepot maakt de grap met de schoenen om zijn afstand tot het hoorspel aan te geven. De radio roept in beide gevallen een reactie op. Door deze reactie kunnen de toeschouwers van het wajangspel zich identificeren met een van de twee luisteraars en zich een mening vormen. Hoe dan ook beïnvloedt de radiouitzending de levens van de toehoorders en de toeschouwers van het wajangspel. Ook hier ontstaat ruimte, vrijheid om te beslissen over wat je wil doen: loopt deze verliefdheid uit op een gezin, waarin kinderen worden geboren? Dat is nu niet meer een vanzelfsprekend automatisme.
En dan is er natuurlijk het beleid van de gezinsplanning waar zowel Indonesië als de katholieke kerk zich voor hebben ingezet. Voor Indonesië gold dat er al zoveel jongeren en jeugd was dat de overheid het krijgen van kinderen ontmoedigde. Het tegenovergestelde gold voor de katholieke kerk rond 1900, toen deze hoopte door een zo groot mogelijk kindertal meer invloed te krijgen op de landspolitiek.
Om kinderen te krijgen moet je eigenlijk niet meer verliefd zijn. Je moet er met je hele hoofd bij zijn. En dat is wat het hoorspel en de preek van de kansel probeerden te bereiken. Verliefdheid was iets wat zich buiten de officiële kanalen afspeelde en dat zien we terug in de beide jongeren die een rustig plekje voor zichzelf zoeken en in de gemankeerde liefde van Roquetin, buiten de eigenlijke werkelijkheid. Gevierd wordt de uitvinding van de Puberteit, die buiten de maatschappelijke verantwoordelijkheid lijkt te vallen. Gevoel en Verstand worden opgeplitst, wat niet meteen tot een gelukkiger maar wel een verstandiger leven leidt.
Oorspronkelijk waren Gareng, Semar (die deze keer niet meedoet), Cepot en Dawala (Petroek) leden van een gezin. In het toneelstuk uit de koloniale periode (zie Petroek) zijn ze dit niet meer. Ook in deze schets zijn ze geen leden van een gezin meer. Gareng is de baas en rijke stinkerd, een volksvertegenwoordiger. Cepot is de nar in dienst van de Rijkdom geworden en Dawala is het opstandige element, dat in zijn gemankeerde opstandigheid juist aanmoedigt braaf te zijn. Toch zijn de structurele verhoudingen over de eeuwen heen (!) hetzelfde gebleven: baas, knecht en opstandige. De vraag is of ze hier het overheidsbeleid in zake gezinsplanning promoten of bekritiseren?
De frustratie maakt de depressie. Bij Sartre is dat natuurlijk duidelijk. In de wajang–schets komt wel het frustreren van Dawala voor, maar of dit ook tot een depressie zou kunnen leiden, staat nergens. Het is een pop! Zo′n analyse ligt buiten het bestek van de schets, die erop uit is landspolitiek op het gebied van gezinsplanning niet alleen te promoten, maar ook te bekritiseren. Zo krijg je afstand tot het onderwerp om erover te kunnen nadenken en beslissen. Je kunt je natuurlijk wel afvragen: hoe moet het nou verder met dit aandoenlijke verliefde stelletje? Gaat het net zo met ze aflopen als met Roquetin en Anny?
(1) Nadat ik in een vorig blog gezegd had dat ik geen afbeelding van Gareng kende, kreeg ik via–via tientallen afbeeldingen van Gareng toegestuurd. Dit vind ik de mooiste, omdat je er een beetje van af kunt lezen dat hij van adel is. Gareng is onder de poppen de rijkaard, die in staat was als eerste een radio en een televisie aan te schaffen.
(2) In de uitleg gegeven in het boekje Power Plays van Andrew N. Weintraub staat “antimo” omschreven als een soort koude (?) antibioticum: “A type of cold medicine”.
(3) “Kaliwara” is een woordspel met “sandiwara”, volgens Power Plays (noot 15). De betekenis van “sandiwara”, is “poppenkast” en bij uitbreiding later ook “televisie”. Achterin Power Plays wordt uitgelegd dat “sandiwara” ook volkstheater kan aanduiden dat in West Java ontstond in het begin van de Twintigste eeuw. Vergeleken met de gestandaardiseerde stemmen van de poppen bij Wajang Golek vertoningen, hebben de insprekers van “sandiwara” meer realistische stemmen.
(4) “Kaliwara” betekent links.
(5) Is dit een verwijzing naar een bekende Jeha–grap? Die gaat als volgt (Marokkaanse verteller, 14 jaar oud, onderzoek 1980):
(6) Islamitische begroeting: “De vrede zij met u”. Indonesië is voor 80% Islamitisch.
(7) In het commentaar bij het verhaal van de Kwakiutl, getiteld Altijd–aan–de–kust–Verblijvend (= naam) op 23 maart 1018 laat Dood–brengende–vrouw (= naam) in de Animatie van dit verhaal zich ongeveer op dezelfde manier horen: Ooh–Ooh–Ooh!
(8) Net als bepaalde Amerikaanse gezinnen alleen kunnen rondkomen, als alle gezinsleden geld verdienen, is dit ook in Indonesië het geval.
(9) Volgens noot 16 in dit hoofdstuk van Power Plays zijn pih en jenever alcoholische dranken. Alcohol is niet alleen bij godsdienst verboden, maar juist omdat het verboden is, zijn er tientallen brouwerijen, die alcoholhoudende dranken produceren van een twijfelachtige kwaliteit. Niet alleen is het percentage vaak veel hoger dan is aangegeven, maar soms is het bocht zelfs giftig. Het enige voordeel is dat het niet duur is. Jaarlijks sterven hieraan mensen in Indonesië.
(10) Misschien heeft de aanduiding azijn te maken met wat er staat in noot 9 hierboven. Het kan ook een grapje zijn om Coca–Cola te benoemen?! Er is wel azijn voor in de maaltijd, maar ik raad niemand aan dit puur te drinken.
(11) In Bahasa Indonesisch betekent “korongan”, een mondje, een stukje van de mond, een kusje. “Dorong” betekent duwen, push. Kortom, ze geven elkaar kusjes.