Noten in de tekst

         

(1) Boccaccio benoemt niets of er is iets mee aan de hand. Met de naam van de wijk Avorio is dat zeker het geval, maar wat hij er precies mee heeft bedoeld is duister. Avorio kan om vier redenen de naam van de wijk zijn, waarin Peronella en haar man, die onopvallend genoeg naamloos blijft, wonen. De eerste reden is een praktische. In de Middeleeuwen droegen wijken vaak namen van de producten waarin werd gehandeld. Letterlijk betekent “avorio” ivoor, m.a.w. ze wonen in een Napolitaanse wijk waar veel handelaren in ivoor wonen. De tweede reden heeft met het hebzuchtige karakter van de echtgenoot te maken. Avorio kun je associeren met Avaritia, de tweede hoofdzonde. Al twee keer eerder bleken er verbanden tussen Klassieke Humor en de Hoofdzonden (Doodzonden). Het verband in de Libro de Buen Amor, brengt ons op het spoor dat de Decamerone en de Libro de buen Amor meer gemeen hebben dan ik in eerste instantie dacht. Ik zal dit niet uitgebreid uitleggen, omdat ik dit aan de lezer van de Decamerone wil overlaten, maar mijn indruk na het lezen van het boek is, dat liefde en seks waarom het boek bekend staat, niet het thema van het boek zijn. Het thema komt meer overeen met de Libro de buen Amor: het maken van onderscheid tussen wellustige liefde (Slechte liefde, seks) en aanschouwelijke, platonische liefde, de Goed liefde. Als je dat in gedachten hebt, begrijp je beter waarom de Decamerone in de tijd van de Zwarte Dood is geschreven, denk ik. De derde reden is een woordspel in het Italiaans: als je het bepalende lidwood voor “avorio” zet, krijg je in het gesproken Italiaans Lavorio, werk. En gebrek aan werk is de oorzaak waarin alles zijn oorsprong vindt (IJdelheid, des Duivelsoorkussen!). Ten slotte, de laatste reden waarom Boccaccio voor de wijk de naam Avorio koos, is dat het associeert met Averij. Averij is een term uit de scheepvaart, maar bij uitbreiding ook van toepassing in de politiek. Het persoonlijke is politiek, en de averij die de echtgenoot oploopt, zou heel goed kunnen staan voor het Italiaanse staatsschip dat onder de Zwarte Dood op de klippen liep.

         

(2) Giannello Scignario, een letterlijke vertaling van de naam is Janusje, de oplichter. Hiermee komt het verhaal terecht in de categorie Schelmenliteratuur van de Klassieke Humor. Voor verdere analyse verwijs ik naar het tot stand komen van dit verhaal.

         

(3) Deugdzaam: verwijzing naar het gedachtengoed van De Honden: zie vorige bloggen. Onze grappenmaker, Gianello, is op een iets verhaspelde wijze het vat (zie verderop in de tekst) aan het controleren op deugdzaamheid, deugdelijkheid.

         

(4) De uitdrukking “knollen en citroenen” kende in de Klassieke Humor al een grap waar in de notendop deze uitdrukking werd verbeeld. De Italiaanse uitdrukking “la luna per lo sole” kent eveneens associates met klassieke grappen. Zoals in de grap waarin Nasreddin bij het uit een put trekken van de maan op zijn kont valt. Opvallend veel klassieke grappen zijn te herleiden tot verbeeldingen van spreekwoorden. Dit heeft te maken met de door mij uiteen gezette theorie dat je Klassieke grappen voor ogen moet halen als in een film, omdat je vaak pas dan begrijpt wat er is bedoeld. Hoezeer de beide uitdrukkingen lijken te verschillen, des te frappanter is dan dat ze in wezen hetzelfde zeggen.

         

(5) De associatie met Averij, waarin in noot 1 sprake is, kent zijn vervolg in deze heiligendag. De helige Galione heb ik nergens kunnen terugvinden. Nu is er een vertaling mogelijk vanuit het Fenicisch: broeder (xa of kha) van de leeuw (lion, leon). En dan doet de grap denken aan een grap met een verwijzing naar Androclus op een blog met een bespiegeling over het wezen van de leeuw. Maar Galione zou je ook kunnen vertalen met Galjoen, het eerste schip met zeilen dat in de tijd van Boccaccio nog niet bestond. Maar misschen bestond het woord al wel? In ieder geval lijkt er alweer een uitdrukking een rol te spelen, nl de uitdrukking: “als het schip met goud (geld) komt”. Zou die uitdrukking in de tijd van Boccaccio al bestaan hebben?

         

(6) In het vorige blog hebben we naar overeenkomsten gezocht; dit keer zoeken we de verschillen. Maar ook dit verhaal heeft behalve de treffende overeenkomst met het Apuleius verhaal, ook minder duidelijke overeenkomsten met andere verhalen uit de Klassiek humor. Bijvoorbeeld het verhaal van de muezzin (oproeper tot het gebed in de Islam) die met de dochter van de Sultan trouwt: Mouliéras, verhaal 13.

         

(7) De verwijzing naar de Parthen geeft aan dat Boccaccio het gedrag van de minnaar, Gianello, niet zo positief waardeert als Pasolini. De Parthen stonden bekend om hun wrede manier van oorlogvoering. Zie voor oorlogvoering, vorig blog. Wij zouden deze scène nu een verkrachting noemen.

         

(8) De Italiaanse versie van het verhaal is hier te raadplegen.