Noten bij de Uitgeklede Cadi.
-
In het Frans staat er “froment” wat je op twee manieren kunt vertalen. De eerste manier is zoals ik het in deze tekst heb gedaan met “tarwe“. De tweede manier lijkt iets over de kwaliteit van de grap te suggereren: “oranjerood”. “Rood“ is een belangrijk “humoraal” kenmerk om je mede te delen dat, wat je te horen krijgt, je energie geeft, goed is voor je gezondheid en voor je sociaal welbevinden. Het verhaal lijkt met dit woord in het begin een signaal aan de toehoorders af te geven: “Luister goed, hiermee kun je je voordeel doen!” Het is dan ook geen toeval dat eventjes verderop het veel gangbaardere woord “blé” wordt gebruikt.
- Kleding speelt steeds in de grappen van Humor van Vroeger een grote rol. Het is een symbool om de status van iemand aan te geven. In een oogopslag is duidelijk of iemand rijk is of arm, machtig of niet.
- De verdeling van graan staat symbool voor verdeling van welvaart, bijvoorbeeld in De ‘domme’ zakkenvuller.
- De deur was verticaal doormidden gedeeld in twee helften, en één helft daarvan stond op een kier. Dit gegeven komt ook voor op Romeinse sarcofagen. In een ons bekende grap met Tijl Uilenspiegel gaat het om een horizontaal doormidden gedeelde deur: zie Humor van Vroeger (de Europese dubbelganger), hoofdfiguren. Zie noot 8.
- Element uit een vergelijkbare grap met de Griekse oppergod Zeus in de hoofdrol. Zie ook noot 9.
- De titel “effendi”. In de inleiding op de Chinese verzameling staat te lezen dat “efendi” in het Chinees als “ah fan ti” wordt uitgesproken. In het gehoor ligt “ah fan ti” al heel dichtbij de naam Anansi, naar mijn idee. Dat de Anansi verhalen uit China of India en omstreken komen, is waarschijnlijk en dit wordt door de overkomsten tussen de namen “effendi”, “ah fan ti” en Anansi nog eens benadrukt. Ik ken echter alleen de “effendi” grappen van de Uyguren, een Turkse minderheid in China. Ik weet niet of de grappen ook oorspronkelijk in het Chinees voorkomen. In de Chinese versie van de Nasreddin verhalen wordt de Arabische naam Nasreddin (bet. “succes door te geloven, door te overtuigen”) lang niet altijd gebruikt. De Chinese verhaaltjes gaan meestal over een meneer, een “efendi”. De vraag is of de aanspreektitel “efendi” Turks is. Waarschijnlijker is dat de aanspreektitel “efendi” via het Phoenicisch in het Grieks terecht gekomen is en daarna in het Turks, zoals in het etymologisch woordenboek op het internet wordt gesuggereerd. Omdat de Turken het Phoenicisch hielden voor Arabisch en dachten dat de herkomst van “efendi” Arabisch was, werd er door de Turken de Arabische naam Nasreddin aan toegvoegd. Als “efendi” op het Arabisch teruggaat (“afany” = ٱفنی), dan komt de volgende betekenis tevoorschijn: vernietiger, doder, wat doet denken aan de vaak in het antieke wereld voorkomende naam “vadermoordenaar”. Deze figuur zou onder de naam Orestes al bij Aristophanes, Aischylos en Euripides kunnen voorkomen. “Vadermoordenaar” was een eretitel waarmee werd aangegeven dat de zoon tot groot verdriet van zijn vader bereid was zijn leven te offeren in de strijd voor de nationale vrijheid, in dit geval Athene. Een Surinaams Indianen verhaal, duidelijk geënt op Anansi, gaat net als de Oresteia over dit offer voor de vrijheid.
- In de vertaling is voor het religieus gedragene “nabij” gekozen, omdat deze platte grappen vaak een religieuze inslag hebben.
- Zo′n kist komen we steeds weer tegen in vergelijkbare situaties. De kist, boek, wieg, doodskist hebben het kader van een vierhoek, die karateristiek is voor de symboliek van deze grappen in de Herakles–categorie. Een en ander leg ik uit in de rechterkolom op de webpagina Tot Slot ……..
- De liefdesdaad in oorlogstermen beschrijven komt veel voor in de Klassieke Oudheid. Het vele oorlogsgeweld in de oudheid zal daaraan wel niet vreemd zijn. Ook nu komt het op die manier weer voor in veel films, o.a. bij de bestrijding van de misdaad. Er zijn twee vroegere opvallende versies van deze scabreuze scène. De eerste variatie op deze scène is die van Zeus in gezelschap van zijn zoon Hermes die op bezoek gaat bij een dame van lichte zede. Zeus bestijgt de ladder bijgelicht met de fakkel van Hermes. De tweede variatie is de Marokkaanse versie met Jeha in de hoofdrol en een prinses die niet kan lachen. Deze grap staat vermeld in Grappen van Vroeger onder de klassieke vervloeking "Ik bind hun hoop, ik bind hun lach ……". In de Zeus-versie gaat het om een slippertje, maar in de Marokkaanse versie komt het echt tot een huwelijk tussen Jeha en de prinses, omdat hij haar aan het lachen brengt. Daarmee verraadt de Marokkaanse versie zijn oude oorsprong, omdat oude sprookjes vaak uitlopen op een huwelijk tussen de prins en de prinses (Propp, zie Humor van Vroeger, literatuurlijst en Inleiding).
- Zie noot 1.
- De volgorde van handelingen in dit “oorlogsbedrijf” is dezelfde als de manier waarop de Hodja deze woning is binnengekomen. De Hodja komt door de op een kier openstaande deur binnen, zet zijn ezel op stal en beklimt een ladder: dit lijkt op de bestorming van een fort. Je zou hier bijna van een herhaling kunnen spreken.
- Het geven van het teken wordt herhaald: eerst was het de meesteres die de slavinnen een teken geeft; nu is het Nasreddin die zijn zoon een teken geeft om te gaan roffelen.
- Baguette (ev) is ook een trompet om de aanval in te zetten; baguettes (mv) heb ik vertaald met trommelstokjes.
- In een oud Turks huis, waren de volgende verdiepingen : beneden, stal; boven, woongedeelte. Deze indeling is overgenomen van de Romeinen. De Grieken kenden deze bouw nog niet.
- Op mijn blog van Kerst 2017 zit de minnaar in de kelder, de kist, zak of vat. Ook zitten in de kist of zak een geest of demon. In dit geval lagen de kleren van de minnaar in de kist. In de grap waarin de kleren (de mantel) de man maken, is Jeha blij dat zijn mantel hem voorgaat in de val naar beneden de trap af zonder dat hij erin zit. Ook zorgt de mantel ervoor dat Nasreddin met de rijken der aarde aan tafel mag zitten. We kunnen spreken van een telkens terugkomend onderwerp.
- Zie voetnoot 15: Nasreddin zit aan bij de rijken der aarde dankzij zijn deftige dure mantel.
- In het vervolg van dit verhaal krijgen we nu een variant op de Jeha-grap aan het begin Grappen van Vroeger.
- Er is nu ineens geen sprake meer van slaven en slavinnen, wat erop kan wijzen dat dit deel van het verhaal uit een andere tijd stamt dan het eerste deel. Kortom, op zijn minst twee grappen zijn hier samengevoegd tot één grap. Maar ook kan het niet meer gebruiken door deze nogal taalgevoelige vertelier van de woorden “slaven” en “meesteres” het gevolg zijn van het aanpassen aan de omstandigheden van zijn taalgebruik: in de eerste scène past meer een sm-taalgebruik “slaven” en “meesteres”, in het tweede gedeelte meer een juridisch taalgebruik: “bedienden”.
- De truc met de kameel is nieuw voor mij. Het wijst op het gemak waarin alles in alles kan transformeren, net ais in een sprookje. Het getuigt ook van de geweldige professionaliteit van deze verteller. Het is heel goed mogelijk dat het een verwijzing is naar een actuele gebeurtenis in het Turkije of de Arabische wereld van rond 1850.
- Vergelijk fabel van Aesopus, De Leeuw, de Beer en de Vos: Humor en zijn Schaduw.