Ma′roef in Al–Merika.

Uit: De gestolen minnaar en andere vrijmoedige liefdesverhalen uit 1001 nacht, Paul Rodenko, Ooievaar, 1960: pag. 167–180.

Spring hier naar de de Arabische brontekst..

Commentaar.

(1) Het is altijd een beetje onzeker of Rodenko ook werkelijk een toespeling maakt op bekende of minder bekende verhalen en mythes. Ik denk dat de opmerking over het verspreid liggen van Maroefs botten over heel Al-Merika betrekking heeft op het verhaal over Osiris, van wie de botten door ruzie met Seth, zijn broer, over alle delen van Egypte worden verspreid (overgenomen van Wikipedia):“De broer van Osiris was Seth. Seth was jaloers op zijn broer omdat hij koning was. Daarom bedacht hij een list. Hij maakte een kist en via een leugentje moest Osiris er even inkruipen. Seth sloot toen de kist en wierp die in de Nijl, maar Isis vond de kist terug. Seth werd woedend en hakte het dode lichaam van Osiris in stukken en gooide die over de uithoeken van het oude Egypte. Isis (Osiris′ vrouw) trok jarenlang rond op zoek naar de stoffelijke resten van haar echtgenoot. Na lang zoeken vond ze de lichaamsdelen terug, behalve zijn geslachtsorgaan (die door een vis was ingeslikt en die vervangen werd door een houten geslachtsorgaan), en mummificeerde die tot één geheel. Osiris was er lang genoeg om nog een kind te verwekken: Horus. Die werd na een lange strijd met Seth koning van Egypte.” In de mythe wordt erbij verteld dat een ezel de botten van Osiris naar alle hoeken van Egypte bracht. De mythe heeft overeenkomst met de mythe die in Mexico over de slang Quetzalcóatl wordt verteld, zoals ik in een bijlage van mijn website uitleg.

         

(2) Op de overeenkomstige plaats in het Arabische sprookje, staat hier een gedicht. Zoals eerder gezegd is Rodenko in poëzie geïnteresseerd. In andere bewerkingen van verhalen uit de Duizend en Een Nacht staan dan ook allerlei gedichten van de Vijftigers in die verhalen opgenomen. In het algemeen werkt het grappig. Wat mij verbaasd is dat in dit verhaal over Maroef, de muilenlapper, waarin in het Arabisch op vier plaatsen gedichten voorkomen, er in de bewerking van Rodenko maar tweekeer een gedichtje is opgenomen: het mooie liedje Molentje, molentje…… en het gedicht Vaarwel Hajjebaj ……. Op twee andere plaatsen in het verhaal in het Arabisch komen langere gedichten voor. Waarom heeft hij dat hier in de bewerking ook niet meer gedaan? Als het nou gedichten waren, die ver onder de maat waren, dan had ik het nog kunnen begrijpen, maar dat is niet zo. In het gedicht dat hier staat, staat de regel (Richard van Leeuwen: deel 14, pag 488): “Ma′roef is steeds op Doenja (د نيا) verliefd gebleven” Doenja is een sleutelbegrip in de Arabische wereld. Doenja is het materialistische onderaardse, precies datgene wat Maroef op het punt staat ontdekken. Je zou ook kunnen zeggen dat in dit gedicht de sleutel tot het verhaal wordt weggegeven: het sprookje gaat eigenlijk over de “rijkdom” die een goed mens in het hiernamaals staat te wachten. Maar we zouden hier niet met de Duizend en Een Nacht te maken hebben, als er geen dubbele boodschap in doorklonk. Want in diezelfde Arabische tekst staat dat Maroef wel dronken (كالسكران) lijkt. Eigenlijk wordt ons hier voorgehouden dat een zo goede mens als Maroef niet kan bestaan op deze wereld, want als je zo doet als hij dan zal deze wereld je veroordelen. En het zal alleen daarom wel lang duren, voordat we in het paradijs zullen worden opgenomen. Waarschijnlijk vond Rodenko deze moraal teveel van het goede en heeft hij er geen gedicht over willen opnemen. Dat is dan volgens mij ook de reden waarom hier geen gedicht staat in de bewerking van Rodenko. Op het eind van deze aflevering van het verhaal van de muilenlapper, staat er dan ook bij Rodenko te lezen: “En dit is dan de moraal van deze geschiedenis: gulheid, hartelijkheid en ‎gastvrijheid worden altijd beloond, en wie een schotel linzen zaait, zal ‎een karavaan oogsten‎”.

         

(3) Het symbool “ploeg‎” komt bij Rabelais voor in het verhaal over de herkomst van Patagruel. In het commentaar ga ik in op de ouderdom van de vergelijking, die al in de Griekse tragedie van Sophocles (Antigone, vers 566) voorkomt.

         

(4) Deze passage doet Bijbels aan, zeker zoals ik ernaar heb verwezen in de bijlage Humorale Theorie. ‎In de Openbaringen van de evangelist Johannes staat een beschrijving van het Nieuwe Jeruzalem in bewoordingen die op deze passage in het sprookje van Maroef, de muilenlapper, lijkt. Het zou ook een beschrijving van het paradijs kunnen zijn in de islamitische traditie.

         

(5) Een ring in deze verhalen verwijst bijna altijd naar de ring van koning Salomon. Salomon staat model voor een bepaald soort grappen, zoals ik op mijn website uitleg. Salomon wordt beschouwd als de aanvoerder van de geesten, de djinoen. In een Koptische versie van het bezoek van Salomon aan koningin Sheba, moet zij genezen van een “ezelsvoet”. Salomon geeft haar te drinken en doet zijn ring in de drank om haar van haar kwaal te genezen. De “ezelsvoet” doet denken aan een van de beruchtste verschijningen uit de geestenwereld: Aischa Qandisha, zoals beschreven in mijn stuk met de titel Lachen en Huilen, een verschijnsel dat zich voordoet bij Huwelijken en Overlijdens. Zo vergaat het ook de reus Gargantua bij de geboorte van zijn zoon, Pantagruel, en het tegelijkertijd overlijden van Badebec. Vroeger overleden vaak vrouwen bij de bevalling. In een noot van het commentaar op dit verhaal valt te lezen, hoe de twijfel tussen huilen of lachen van Gargantua past in een literaire traditie met betrekking tot (Romeinse) vervloekingen, waar Rabelais zich tegen verzet.

         

(6) Als je niet beter zou weten, zou je denken dat Rodenko al in 1958 het verschijnsel graffiti-tags kende. Ik weet dat ze in Amerika al veel eerder op metro′s en muren in buitenwijken te zien waren dan in Nederland. Maar in 1958? Ik ken een heel erg oude grap, waarin al wel van tatoeages sprake zou kunnen zijn. Misschien heeft daar deze zin mee te maken? De volledige tekst van de grap is te vinden onder deze link (nummer 12). Maar ook bij de analyse van de grap blijkt er twijfel te bestaan of het hierbij wel gaat om een tatoeage. Wél is bekend dat Romeinse vrouwen getataoeëerd waren om zich tegen het boze oog te beschermen.

Maar waarschijnlijk heeft het alleen maar betrekking op de minutieuze wijze waarop allerlei edelstenen en ivoor werden bewerkt. Sommige teksten waren zo klein dat je ze met het blote oog niet kon lezen. Wat mij weer doet denken aan de uitleg op allerlei conservenblikken en potten, waarin te lezen zou moeten staan welke bestanddelen gebruikt zijn voor het conserveren van de inhoud, grotendeels onleesbaar. En de tekstjes worden steeds kleiner met iedere uitbreiding van de EU.

         

(7) Rodenko061.jpg)Zoals al eerder gezegd, weet je nooit wat er in het hoofd van Rodenko omging op het moment (ogenblik) van schrijven. Maar het door Winnetoe suggereren van het ontvoeren van een paar koninginnen, doet mij denken aan het schilderij van Delacroix, dat Rodenko ongetwijfeld heeft gekend.

         

(8) Zie noot 5, hierboven: Salomon als aanvoerder van het leger van geesten.

         

(9) Bij Nienke van Hichtum (Aboe Mohammed, de luiaard en de Kalief Haroen al Rasjid, Deel 1, pag. 77) komt een Marid voor die in een aap verandert. Wie meer wil weten over Marids en Apen kan terecht bij mijn commentaar op het laatste deel uit de Libro de buen Amor.

         

(10) Ook Rodenko heeft zich verbaasd over de overeenkomsten tussen Egypte en Amerika. Van deze overeenkomsten maak ik gewag in Huilen en Lachen, een artikel dat ik hierboven in noot 5 ook al heb aangehaald. In mijn vorige blog geef ik de verklaring dat Egypte en Amerika in de literatuur met elkaar worden geassociëerd na WO 2, toen de Amerikaanse hulp de wederopbouw van Nederland mogelijk maakte. Hier legt Rodenko zelf het verband met Atlantis, de verzonken en verdwenen stad in de Atlantische Oceaan tussen Europa en Amerika.

         

(11) Waarschijnlijk is dit provocerend bedoeld, omdat het idee bestaat dat je door te fluiten de duivel (saytan) naar je toe zou lokken. Hoewel er geen enkel bewijs voor is, wordt dit zo algemeen aanvaard, dat als je op straat fluit in een islamitsch land, je hierover agressieve en minder agressieve opmerkingen naar je hoofd krijgt geslingerd.

         

(12) Die vederbossen in plaats van tulbanden op het hoofd zijn veel minder ver gezocht dan je in eerste instantie denkt. In het Louvre zijn afbeeldingen van Kanaänieten uit de omgeving van Egypte gevonden met een verentooi op hun hoofd. En alweer is een verwijzing naar mijn artikel getiteld Huilen en Lachen op z′n plaats. De afbeelding is te vinden op het eind van het artikel, bij de uitleg dat de Romeinen en Indianen beiden de eerste tekenen van de die dag gebruikten om hun kind een naam te geven.

         

(13) Hoewel Rodenko de opbouw van het Arabische sprookje volgt, wijkt hij er vanaf juist op momenten dat je zou verwachten dat hij dat niet zou doen. In deze fase van het verhaal staat er bij Burton, maar zelfs in mijn Arabische versie van de Duizend en Een Nacht een pikante scène: Maroef blijf overnachten, en laat zich door allerlei meisjes verwennen en vermaken. Dit is dubbel pikant. Allereerst: de scène verhult op geen enkele manier de erotiek van een avond vol vermaak voor een man alleen midden in de woestijn omringd door verleidelijke vrouwen. Daarnaast is het natuurlijk pikant, omdat we ons de huwelijksnacht met de prachtige prinses zo kort geleden nog levendig herinneren. Maar bij punt twee zit een addertje onder het gras, dat verklapt waarom Rodenko zich niet weer aan een erotische scène te buiten wil gaan. Rodenko heeft uitgebreid bij de Huwelijksnacht stil gestaan, maar dat is nog maar zo kort geleden dat het bijna saai zou worden om opnieuw een erotische scène in te voegen. In de Arabische versie is nauwelijks aandacht besteed aan de huwelijksnacht, en zeker niet aan de erotische kant van het gebeuren. Kortom, een beetje erotiek mag hier wel op de proppen komen. Maar wat dan extra pikant is, is dat hier bijna een vrijbrief wordt afgegeven voor betaalde seks buiten het huwelijk. En die seks buiten het huwelijk lijkt wel bijna leuker dan die in het huwelijk!?

         

De originele tekst.

Oorspronkelijke Arabische brontekst.

Uit: دار ألكتب ألعلمية ، بيروت لبنان ، ألصفحة: ٦٨٤. <