grappen van vroeger

Wilt u terug naar de eerste Beginpagina van deze website: klik dan <--

Zoeken met Google op het web:

Interpretatie.

Grappen moet je niet (willen) uitleggen. En daarmee ben ik het eens. Maar in de Klassieke Humor ligt dat net iets anders. Ik ga proberen u duidelijk te maken dat een klassieke grap met uitleg leuker is dan zonder uitleg. Hoe ik te werk ben gegaan om het “beeld” dat ze oproepen te interpreteren, staat hieronder te lezen. In het stuk genaamd “Werkwijze” gaat het meer om de interpretatie van de tekst; hier staat de interpretatie van het “beeld” centraal. Het achterhalen van de betekenis van de oorspronkelijke grap vereist dat we de grappen in een context plaatsen. De context kan gek genoeg heel modern zijn, maar vaak verraadt de tekst dan ook al meteen zijn oude oorsprong. Dat was heel erg duidelijk in onderstaande grap, waarin een Marokkaanse verteller een Latijnse(?!) verspreking leek te maken (Grap is verteld langs de weg te Tetouan in 1980. De naam van de onervaren verteller is onbekend, hij was ongeveer 14 jaar oud, geen kennis van Latijn. Het verhaal is terug te vinden in de compilatie van Jeha-verhalen, verhaalnummer 128, zie literatuurlijst, Doc. Scriptie, Deel 1, WtM):

Jeha gaat naar de “belle” (de grap werd in het Frans verteld)…… bellum ……wat is dat? Mijn antwoord: in het Latijn betekent dat “oorlog”, hahaha.) Dus Jeha gaat naar de oorlog tegen Duitsland…… Dat kan kloppen…… Hij zit in de trein tegenover een Duitse vrouw met op haar schoot een hondje. Hij rookt hasjiesj. De vrouw houdt niet van hasjiesj. Als Jeha zijn pijpje leeg gerookt heeft, gaat hij liggen slapen. De vrouw pakt stiekem zijn hasj-pijpje en de hasjiesj, en gooit het uit het raam. Jeha wordt wakker. En ziet dat z′n hasj-pijpje en zijn hasjiesj weg zijn. Hij vraagt aan de vrouw tegenover hem in de trein: “Waar is mijn hasj-pijpje en mijn hasjiesj”? De vrouw haalt haar schouders op. Jeha gaat weer slapen, en tussen zijn wimpers door ziet hij dat de vrouw ook gaat slapen. Hij pakt het hondje van de vrouw en gooit hem het raam uit. Even later wordt de vrouw wakker. Zij vraag Jeha: “Waar is mijn hondje” Jeha antwoordt: “Hij is mijn hasj-pijpje en mijn hasjiesj achterna gesprongen door het raam van de trein om ze te gaan halen……”

De verspreking “belle……bellum” wijst erop dat deze verteller de grap uit het hoofd had geleerd, en pas toen hij de grap vertelde, realiseerde hij zich dat hij sommige woorden niet begreep. Zijn verspreking produceerde Latijn. Stond er oorspronkelijk “bellum” in de opgeschreven grap? Ik heb de uitgeschreven grappen niet kunnen zien, en ik realiseerde me op dat moment ook niet hoe bijzonder de verspreking was. Door mijn veldaantekeningen bij deze grap, werd ik me daarvan veel later (2012) bewust, toen ik de verhaaltjes herlas. De verspreking (Latijn “bellum”=oorlog, Frans “belle=schoonheid”, verbuiging “bell-oen” in het Standaard Arabisch) ligt op de loer, omdat in al deze verhaaltjes telkens een ongerijmdheid staat die naar mijn idee terug kan gaan op de oorsprong.

Hasjiesj en oorlog horen bij elkaar: iedere oorlog heeft zijn drug en drugshonden (zie voor gebruik van oorlogshonden door de Romeinen, mijn blog Acedia, noot 2.3). Toen dit verhaaltje (1980) werd verteld deed de hasjiesj het blijkbaar goed in oorlogsgebieden. De context van de grap is modern, maar de verspreking zou op een oorsprong in het verleden kunnen teruggaan. Het patroon van de grap blijft behouden, maar de details worden anders ingevuld. En dan wil het weleens voorkomen dat er oneffenheden van eerdere variaties blijven hangen. Of zoals een familielid, mij vertelde, zouden de oneffenheden kunnen voortkomen uit het doorvertellen van hetzelfde verhaal, dat steeds actueel spannend moet worden gehouden. Je kunt natuurlijk niet op grond van één verspreking veronderstellen dat er misschien ook nog ergens een Latijnse versie van deze grap bestaat. Het kan je wel ertoe zetten in de tekst te gaan kijken of er nog andere aanwijzingen in de tekst staan, die wijzen op een oude oorsprong. De grap roept associaties op aan grappen uit de Philogolos uit de tweede-vierde eeuw na Christus, onder andere de grappen 33, 34 en 80.

Wat in de Philogolos een “university dunce” heet, een eeuwige student, wordt in het Arabisch meestal aangeduid met “talib” (islam-student) en in het Perzisch gewoonlijk met het woord voor leraar (“akhund”). Ook wordt hij in andere Engelse vertalingen eenvoudigweg “′n intellectueel” genoemd. De “university dunce” is een stereotype. In de hasjiesj-grap komen ook twee stereotypen voor: de dame met hond (conservatief, onderwijzend, autoritair, Duits/Russisch/Japans) én de hasjiesj-roker (progressief, leerling, student, puber). Aan deze hoofdfiguren kun je geen klassieke herkomst aflezen. Dan blijft over een modern vervoermiddel: de trein, die in deze grap centraal staat.

Ik ga ervanuit dat een grap zoiets als een patroon kent, een lege structuur, lijnen waarlangs al vertellend kan worden voortgeborduurd. Verhalenvertellers maken hiervan gebruik om series verhalen te berde te kunnen brengen en om ze te kunnen onthouden. De vertellers variëren langs structurele tekst-vormen door de lege vormen in te vullen. Maar wat gebeurt er als je je deze grap als een film voor ogen haalt? Bestaat er naast de vertelstructuur ook nog een filmisch leeg kader? In deze grap zie je de jongen en de vrouw in een trein zitten: de een rookt hasjiesj en de ander knuffelt haar poedel. En nadat hasjiesj en hond uit het raam zijn gegooid, blijft over het geweldige beeld van de trein die voortraast door uitgestrekte velden. Ik zou zeggen: die trein betekent nog iets anders dan alleen maar een vervoermiddel. En die betekenis zou je misschien wel met de symbolische betekenis in het verleden van de grap kunnen verbinden.

        

Wat is symboliek?

 Ik vind dit een ongelooflijk mooie tekening. Drie van de hier afgebeelde tekeningen zijn afkomstig uit de 21st International Cartoon Contest, gepubliceerd in Nasreddin Hodja 2001, Association of Cartoonists. De trein heeft zich een eigen spoor gevonden, en de mensen die ermee willen reizen, staan, hangen en zitten op het ongebruikte spoor en niet op het perron, te wachten of hij stopt. De perronwachter heeft zich tot nutteloze verkeersregelaar omgeschoold. En ik denk dat de trein gewoon z′n eigen gangetje blijft gaan.

Wat heeft dit nu met symboliek te maken? Het woord symbool is afgeleid van het klassiek Griekse “symbolon” dat letterlijk betekent: “wat men ter vergelijking bij elkaar houdt, naast elkaar legt”. Het gaat dan bijvoorbeeld om een onder vrienden afgesproken legitimatiebewijs. Een steeds weer aangehaald voorbeeld zijn de tessera hospitalis, gastvrijheid–tegeltjes. Dit konden twee (in tweeën gescheurde of gebroken) teksten, op papier of aardewerk, zijn waarvan twee partijen elk een deel bewaarden. Ging men op bezoek of stuurde men een onbekende vriend naar de ander toe, dan nam men zijn deel van de tekst mee en legde dat naast het deel van de andere partij. Matchten de beide delen, dan vertrouwde men elkaar; was het geen match dan was er sprake van bedrog of oplichterij, het werk van een trickster. Elke helft stond als het ware symbolisch voor de identiteit van de drager: een soort paspoort of visitekaartje.

Volgens Gadamer in Waarheid en Methode (pag. 80) moet er nog iets gebeuren om van het Griekse “symbolon” tot symbolisch woordgebruik te komen:

"Het woord ‘symbool’ kan alleen van zijn oorspronkelijke gebruik als document, herkenningsteken, legitimatiebewijs worden losgemaakt en de wijding krijgen van een filosofisch begrip, van een geheimzinnig teken, en daarmee in de buurt komen van een hiëroglyfe –die alleen door ingewijden ontraadseld kan worden– omdat het symbool geen arbitrair gekozen of ingesteld teken is, maar een metafysische connectie tussen het zichtbare en het onzichtbare veronderstelt. Dat zichtbare aanschouwing en onzichtbare betekenis niet te scheiden zijn, ‘dit’ samenvallen van twee sferen ligt aan alle vormen van religieuze cultus ten grondslag."

De trein (Een ontmoetingsplaats bij uitstek? Een middel op weg naar een ontmoeting?) is in dit geval het zichtbare teken dat drager is van een wijdere onzichtbare lading. Wat is dan die lading van “trein”? Dat kunnen we door de cartoontekening van de trein in een kader te plaatsen en door dit kader opnieuw een nieuwe invulling te geven verduidelijken:

In het kader van de trein past de tekening met de overbeladen ezel die schaterlacht! Je zou denken die ezel heeft niets om te lachen. Ook het met z′n zessen op de rug van een ezel zitten lijkt mij geen pretje. Toch wil er eigenlijk nog iemand anders van de service van de ezel gebruik maken, maar er is zeer tot zijn ongenoegen geen plek meer op de ezel. En dat tot veel plezier van ezel en berijders! Ook laat de ongewenste passagier blijkbaar zijn oren niet hangen naar die van ezel en berijders……Hij vloekt, en deze trein zal aan hem voorbij gaan……

De trein die als vervoermiddel altijd zijn eigen weg vervolgt en net als de ezel zijn eigen gang gaat, staat, bij uitbreiding van de betekenis van “trein” met die van “ezel”, symbool voor de eigengerei(-ij-)dheid van leven en dood, de idiotie van het leven en de dood, een domme voortgang zonder rekening met mensen te houden. De trein kan zelfs binnen hetzelfde kader tot nog een ander Voertuig worden:

De Ezel-limousine! Of een lijkenwagen? En de opzittenden zitten eigenwijs naar achteren te kijken in plaats van vooruit. Dit Voertuig lijkt als symbool van het eindige leven ontleend aan het Boeddhisme, en wel in de traditie van het Grote Voertuig, waarin elk individu onder weg is zich tot “boeddha” te ontwikkelen. Op het eind van de rit gleed je als het ware van de ezel en kwam er plaats voor een volgende passagier. Bij de Chinezen in de Oudheid was de ezel het transport van de overledenen naar hun laatste rustplaats hoog in de bergen. De trein staat voor de in het tijdelijke leven te bereiken mate van eeuwige goddelijkheid. Hoe dan ook doet deze serie tekeningen (trein, ezel, limousine) denken aan meditatie: in de omkadering kunnen steeds andere concrete verschijningsvormen worden ingevuld. Door de wisseling van beeld ontstaat er een meditatieve leegte. Als de wisseling zich maar snel genoeg voltrekt, ontstaat er een wit vlak net zoals je de spaken van een wiel niet ziet als je het maar vlug genoeg ronddraait. De zó gecreëerde leegte lijkt het begin van een meditatief moment. Merkwaardig genoeg blijft het hier niet bij, en hoewel ik zelf de tekening hieronder heb gemaakt, kan ik het hiëroglyfische gehalte ervan niet verklaren. In het kader laat zich een woord in het Arabisch invoegen:

De omtrek van de tekening van de trein, ezel of limousine lijkt met enige fantasie terug te komen in het woord “ezel” (حمار‎      ) in Arabisch schrift, zoals ik me kan voorstellen dat een kind zijn eerste halen maakt op papier en probeert zich het woordbeeld in te prenten. Maar het gaat verder, want in Phoenicisch schrift zien we in de eerste letter (van rechts naar links) in de vorm van onze H ineens de rails van de trein verschijnen. Wat er met de wielen van de middelste letter aan de hand is, is niet duidelijk. Maar het laatste Phoenicische teken in het woord, de R, lijkt gekanteld erg veel op de oude Arabische schrijfwijze van de Q, en dan zou er niet “ezel” (حمار‎,      hamar) staan maar een van de woorden in het Arabisch voor “eigengereid, idioot, “gek”,حماق‎,      hamaq (niet “dom”!). Dit lijkt wel de heilige magie van het hiëroglyfisch schrift: plaatje en schrift vallen samen, zijn samen een match, een “symbolon”. Hierdoor krijgt het plaatje iets bovennatuurlijks (metafysisch) dat het zichtbare met het onzichtbare verbindt. Als een geschreven woord gestuurd uit een andere wereld met een geheime boodschap. En dit maakt weer dat plaatje en betekenis lijken te staan voor iets heiligs, iets eigenaardigs eigen, iets met een eigen identiteit, los van de letterlijke betekenis. Een symbolische betekenis, die teruggaat op de allereerste omkadering van het woord “ezel” in het Arabisch en Phoenicisch. Ik weet niet of bij alle symbolen sprake is van een samenvallen van voorwerp en woordbeeld, maar ik denk dat in dit geval het zuiver toeval is. Het opvullen van het kader door steeds wisselende beelden is dat naar mijn idee zeker niet.

Wat ik probeer duidelijk te maken, is hoe de symbolische betekenis van het woord visueel tot stand kan komen. Door meditatie ontdeed men zoals in de joodse traditie gewoonte was de voorstelling van zijn zichtbare weergave, en hield dan een lege ruimte, een kader, over. Soms kon je die lege ruimte vullen met “heilige” woorden, die je je beeldend eerst als ezel en later als trein kon voorstellen. Zo′n symbolisch gebruikt woord wist de eeuwen te overleven, en tijdelijke voorwerpen van wisselende aard verwezen naar een eeuwige waarheid. Symbolische woorden kregen betekenissen die meer betekenden dan dat wat ze strikt uitdrukten. Het kader waarin het plaatje van een “trein”, “ezel” en “limousine” past, staat symbolisch voor het leven dat maar doorgaat, ook al zou je het even willen stil zetten. Een prachtig symbool voor wat de filosoof Bergson later de duur (la durée) van de tijd zou noemen. De “luxe” met dit Voertuig als passagier voor de duur van het leven te mogen reizen. Je zou ook net als Plinius de Oudere (eerste eeuw na Chr.) het belang van de ezelsbrug om twee begrippen bij elkaar te brengen kunnen benadrukken, wat hij naar alle waarschijnlijkheid alweer aan Pythagoras heeft ontleend. De vorm van het kader dat teruggaat op het woord voor “ezel” in het Arabisch, is een vorm ontleend aan het verleden, maar verwijst al naar het nog niet bestaande transport per trein in de toekomst. Met het reconstrueren van dit kader, reconstrueren we de betekenis van de grap met de trein, de ezel of de limousine. Er ontstaat een achtergrond waarop zich een tweede betekenis van de grap aftekent.

Als je klikt op het treintje hieronder, dan gaat hij een station verder, oftewel: hij gaat naar een volgende “levensfase”. Na een paar maal klikken verdwijnt het treintje van het scherm. Schuif je onder op de browserpagina de schuifbalk helemaal naar rechts, dan komt het treintje weer tevoorschijn. Klik je in de browser op het teken voor “Opnieuw Laden” van de pagina,      , dan staat de trein weer in de startblokken.

Deze clip van het voorbijschuivende treintje is geen symbool meer, het is meer dan een symbool. Het is in mijn optiek een archetype, een patroon samengesteld uit verschillende symbolen. Het patroon betekent meer dan zijn afzonderlijke onderdelen (de symbolen op zich). Het heilige en het geheim van dit complex van symbolen zit erin dat je kun klikken om op de voortgang van je leven (de voortschuifelende trein) in te grijpen. Je klikt op de trein, en …… de trein gaat een station (een levensfase) verder. Het patroon van het archetype kan veranderen, kan worden aangevuld en zelfs helemaal van strekking veranderen: voorbeeld hiervan is de betekenis in verschillende omgevingen van de symbolische Ezel. Symboliek op zich ondergaat minder verandering, is in een kader te vangen, en de verandering die het ondergaat kan worden getraceerd in de tijd. In bovenstaand archetype dat de maatschappelijke inbedding van het symbool is, vinden we de volgende symbolen. Het Treintje heb ik voldoende toegelicht. De Driehoek staat in het Christendom voor de goddelijke Drie-eenheid, die overigens ook de Etrusken (1000 vChr.) al kenden. In de linker bovenhoek staat de gelijkbenige driehoek van Vier bij Vier (samen Tien) bolletjes: een afbeelding voor de magische goddelijke perfectie, zoals dit door Pythagoras (zesde eeuw voor Chr) in de Klassieke Oudheid werd ervaren. Over het Kruis valt veel te vertellen. Ik beperk me tot de uitleg dat het symbool staat voor leven én dood, omdat Christus 33 jaar na zijn geboorte aan het kruis stierf en weer zichzelf tot leven kon opwekken, een oud mythisch thema. Overigens, vooral politieke delinquenten eindigden aan het kruis. De symbolen bij elkaar drukken als archetype de ontwikkeling tot een monotheïstische onsterfelijke godheid uit; en op mij zelf toegepast, het menselijk tekort mijn eigen leven te moeten besturen, ook al ben ik in het diepst van mijn wezen god.

Als we nu teruggaan naar de grap, waarin hondje en hasjiesj uit het raam van de trein worden gegooid, heeft de grap, naar mijn idee, meer verdieping gekregen. Ook nu blijft de grap grappig, maar de lading is nu: ook een leven zonder genotsmiddelen kan je intense levensvreugde en –energie verschaffen. Er wordt gesuggereerd dat het najagen van genot (de eigenwijze trein moet nog sneller of juist langzamer), effectief kan worden bestreden door de strijd tegen seks (“vrouw”) en drugs (“hasjiesj”) door ze beide over boord te zetten. Kortom, de grap gaat o.a. over de strijd (“bellum”) tegen drugs en rock-and-roll, actueel in die tijd. Een meer voor de hand liggende tegenovergestelde betekenis is, dat de grap een protest is tegen de oorlog (ook actueel in die tijd) door de manier af te keuren, waarop de jongen omgaat met het leven van de hond. En te beseffen dat het gebruik van de hasjiesj daarmee samenhangt. De oorlog kan voorkomen worden door tolerantie. Ten slotte associeer je de grap met een drugshond die achter de drug, de hasjiesj aangaat. De hond schiet uit hoofde van zijn professie zijn eigen leven erbij in. Dat is toch niet niks! Ik wil hier nog wel in herinnering brengen, dat dit maar drie interpretaties van de grap zijn, misschien zelfs niet dé beste interpretaties. Maar wèl de meest betekenisvolle, onheilspellende interpretaties. En, de verteller in Tetouan langs de weg wilde mij hasjiesj verkopen! Zijn gedrag lijkt net als de inhoud van de grap op twee gedachten te hinken: het mag niet, maar is wél lekker.Aan mij en u de keuze!

Is de grap er nu leuker op geworden? Ik vind van wel, omdat het nu niet meer gaat om het belachelijk maken van een paar stereotypische figuren, maar om een maatschappij vol problemen, waar je een antwoord op zou moeten kunnen geven, al dan niet door kerk of staat voorgekookt. Je kan je voorstellen dat ook in de Klassieke Oudheid zich precies dezelfde problemen hebben aangediend als nu. In de grap komt een eeuwige waarheid voor de dag. En ja, dat vind ik leuker. Het houdt ook in dat je kunt verwachten dat over honderd jaar zulke grappen nog steeds verteld worden.

Om een antwoord te krijgen op de vraag, welke veranderingen deze grappen in de loop der tijden ondergaan, kunt u Het Vervolg Een…… erop nalezen. Deze pagina wordt in een nieuw venster geopend, omdat het op die manier gemakkelijker is om de drie achtereenvolgende delen als één lang verhaal te lezen. Alle stukken zijn ook op zichzelf te lezen! Na het eerste vervolg komt nog een tweede vervolg. Het eerste vervolg gaat over de plaats van de Klassieke Humor in de maatschappij toen en nu. In het laatste deel, Het Vervolg Twee……, komt aan de orde, hoe en waarom ik drie categorieën grappen onderscheid: de Salomo–, Herakles– en ten slotte de Feniks–grappen. De categorie–namen zijn natuurlijk aan de Klassieke Oudheid ontleend.